Het vermogen wordt bepaald door de spanning en de stroom.
Formule: vermogen = spanning x stroom
Watt
Volt
Ampére
1 / 25
next
Slide 1: Slide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4
This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Vermogen berekenen
Het vermogen wordt bepaald door de spanning en de stroom.
Formule: vermogen = spanning x stroom
Watt
Volt
Ampére
Slide 1 - Slide
De formules...
vermogen = spanning x stroom
spanning = vermogen : stroom
stroom = vermogen : spanning
energie(verbruik) = vermogen x tijd
kosten = energie(verbruik) x €0,25
Slide 2 - Slide
Wat is hier het rendement?
Slide 3 - Slide
Rendement
rendement=totaleenergienuttigeenergie⋅100
Slide 4 - Slide
Een tl-lamp heeft een rendement van 65%. Dit betekent dat ...
A
... 65% van de gebruikte energie omgezet wordt in warmte energie.
B
... 35% van de gebruikte energie nuttig wordt gebruikt.
C
... 65% van de gebruikte energie
niet nuttig wordt gebruikt.
D
... 35% van de gebruikte energie omgezet verloren gaat in warmte.
Slide 5 - Quiz
Rendement is
A
nuttige energie delen door het totaal x 100 %
B
totale energie delen door nuttig deel x 100 %
C
nuttige energie maal het totaal x 100 %
D
totale energie maal nuttig x 100 %
Slide 6 - Quiz
Kortsluiting
Slide 7 - Slide
kortsluiting
Wanneer praten we over kortsluiting?
Hoe kun je kortsluiting opspeuren?
Slide 8 - Slide
Kortsluiting
Als er geen weerstand meer is in een schakeling, is er een kortsluiting. Komen vonken van een draad af. Leuk om te maken, maar levensgevaarlijk.
Slide 9 - Slide
Hoe groot is het rendement van deze gloeilamp?
A
100%
B
8%
C
92%
D
Staat niet aangegeven
Slide 10 - Quiz
De spanningsbron levert 6,0 V. Op de stroommeter lees je een stroomsterkte van 0,020 A af.
Hoe groot is het vermogen dat in de schakeling wordt omgezet?
A
0,03 W
B
0,12 W
C
300 W
Slide 11 - Quiz
wat is de eenheid van energie
A
KWh
B
N
C
Cal
D
KJ
Slide 12 - Quiz
stekker zonder randaarde
stekker met randaarde
Slide 13 - Slide
Randaarde
links zonder randaarde
rechts met randaarde
In het rechterstopcontact zit een extra draad om (eventueel) lekstroom naar de aarde te voeren. Om te voorkomen dat iemand onder stroom komt te staan.
Slide 14 - Slide
randaarde
Slide 15 - Slide
Randaarde beschermt:
A
Het huis tegen brand
B
De mens tegen stroom
Slide 16 - Quiz
Wat is kortsluiting?
A
Te veel stroom op een stroomkring
B
Een beschadiging inde stroomkring zodat de stroom een kortere weg kiest
C
stroom voor kleinere apparaten
D
als je een tekort snoertje wilt gebruiken
Slide 17 - Quiz
In het huis van de familie Bosland zijn de installatie en de apparaten beveiligd met randaarde en zekeringen. Ook een losse contactdoos heeft randaarde.
Welke aansluiting in de contactdoos is de randaarde?
A
aansluiting 1
B
aansluiting 2
C
aansluiting 3
Slide 18 - Quiz
Randaarde voorkomt
A
kortsluiting
B
gevaarlijke spanning op het omhulsel van een apparaat
C
stroom die naar aarde loopt
D
dat je een schok krijgt als je iets in het stropcontact steekt
Slide 19 - Quiz
hoe heet dit
A
randaarde
B
dubbele isolatie
C
antischok
D
kunststof
Slide 20 - Quiz
Dubbele isolatie
De 2 vierkantjes in elkaar betekenen: dubbele isolatie.
De binnenkant en buitenkant zijn geïsoleerd.
Slide 21 - Slide
Dubbele isolatie
Slide 22 - Slide
Dubbele isolatie
Slide 23 - Slide
dubbele isolatie
Slide 24 - Slide
Een defecte wasmachine maakt kortsluiting. Dankzij dubbele isolatie van de wasmachine lekt er geen stroom weg. Toch wordt de groep uitgeschakeld door ...