kader th 7 bs 3 en 4

 
 Basisstof 3 Beenverbindingen
Leerdoelen: 

  1. Je kunt vier manieren onderscheiden waarop beenderen met elkaar verbonden kunnen zijn.
  2. Je kunt de delen van een gewricht noemen met hun functies.
  3. Je kunt drie typen gewrichten onderscheiden.
1 / 44
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 44 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

 
 Basisstof 3 Beenverbindingen
Leerdoelen: 

  1. Je kunt vier manieren onderscheiden waarop beenderen met elkaar verbonden kunnen zijn.
  2. Je kunt de delen van een gewricht noemen met hun functies.
  3. Je kunt drie typen gewrichten onderscheiden.

Slide 1 - Slide

Vergroeid

Naden

Kraakbeen

Gewrichten

4 manieren

Slide 2 - Slide

Vergroeid

Slide 3 - Slide

Kraakbeen

Slide 4 - Slide

Naden

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Gewrichten

Slide 7 - Slide

Bouw van een gewricht

  1. Gewrichtskogel en kom
  2. Gewrichtskapsel
  3. Gewrichtssmeer
  4. Kapselbanden
  5. Kraakbeenlaagje

Slide 8 - Slide

Bouw van een gewricht

Gewrichtskapsel: Vlies rondom de botten

Kapselbanden: houdt botten bij elkaar

Slide 9 - Slide

Bouw van een gewricht

Gewrichtssmeer: zorgt voor soepel gewricht, afgegeven door kapselbanden

Kraakbeenlaagje: beschermt botten tegen slijtage

Slide 10 - Slide

Typen gewricht

Slide 11 - Slide


Verbinding ribben - borstbeen

A
Kraakbeen verbinding een beetje beweging mogelijk
B
Gewricht een beetje beweging mogelijk
C
Kraakbeen verbinding veel beweging mogelijk
D
Gewricht veel beweging mogelijk

Slide 12 - Quiz


Het gewrichtskapsel zorgt voor beweging
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quiz

Bij een naadverbinding is .... beweging mogelijk tussen de botten
A
Geen
B
Een klein beetje
C
Veel

Slide 14 - Quiz

Bij welk type gewricht is er beweging in meerdere richtingen mogelijk?
A
Kogelgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 15 - Quiz

Naadverbinding
Vergroeid
Gewricht
Kraakbeen
Veel beweging
Geen beweging
Beetje beweging
Geen beweging

Slide 16 - Drag question

Gewrichtskapsel
Gewrichtsknobbel
Gewrichtsband
Kraakbeen
Gewrichtskom
Gewrichtssmeer

Slide 17 - Drag question

De vingerkootjes hebben een
A
Rolgewricht
B
Scharniergewricht
C
Rolgewricht

Slide 18 - Quiz

Scharniergewricht
Rolgewricht
Kogelgewricht

Slide 19 - Drag question

Basisstof 4 Spieren
Leerdoel A. 
Je kunt de bouw en werking van spieren beschrijven.

Slide 20 - Slide

Bekijk de uitlegvideo van Biologie met Joost over spieren.

https://www.youtube.com/watch?v=d6gyxogndfo&list=PLr1tx9agautH5jwcSlVhdWc6C82owO5pO&index=4

Slide 21 - Slide

0

Slide 22 - Video

0

Slide 23 - Video

spieren 
Spierstelsel: alle spieren van je lichaam. 
Pezen: hiermee zit een spier vast aan een bot. 
Aanhechtingsplaats: plaats waar de pees aan de bot vastzit. 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Bouw van de spier

Slide 28 - Slide

Hier zie je de binnenkamt van een gebogen been. Wat is wat? 
A
B
C
D
gewricht
bot
spier
pees

Slide 29 - Drag question

zet de namen van de spier in juiste volgorde van buiten naar binnen
A
spiervezel-spierbundel-spier
B
spier-spierbundel-spiervezel
C
spierbundel-spiervezel-spier
D
spiervezel-spier-spierbundel

Slide 30 - Quiz

Spier
Spierschede
Spiervezel
Pees
Bewegingszenuwcel
Spierbundel

Slide 31 - Drag question

Spieren
Een spier die samenspant wordt korter EN dikker

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

spieren 
Hoe kan je bewegen: als een spier zich samentrekt (korter en dikker worden) kan je bewegen. 
Buigspier: hiermee kan je je arm buigen.
Strekspier: Hiermee kan je je arm strekken
Bicep 
Tricep

Slide 34 - Slide

0

Slide 35 - Video

Slide 36 - Slide

Antagonisten
  • Wat is de antagonist van je voorste dijspier? 
  • Wat is de antagonist van je kuitspier?

Slide 37 - Slide

Hoe heten spieren die een tegengestelde beweging mogelijk maken?
A
buigspieren
B
Antagonisten
C
Triceps
D
Biceps

Slide 38 - Quiz

Waar zitten pezen?
A
Tussen 2 gewrichten
B
Tussen botten en spieren
C
Tussen gewrichten en spieren
D
Tussen 2 spieren

Slide 39 - Quiz

Wat zijn antagonisten?
A
Spieren in je darmen
B
Spieren met een gezamenlijke functie
C
Spieren met tegenovergestelde functie

Slide 40 - Quiz

spieren bewegen mijn ...?
A
gewrichten
B
botten

Slide 41 - Quiz

Waar kan je lichaam door bewegen?
A
Alleen door botten
B
Door botten en spieren samen
C
Alleen door spieren
D
Door spieren, botten en pezen.

Slide 42 - Quiz

Alle spieren samen vormen het spierstelsel
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quiz

Huiswerk
Leren en maken basisstof 3 en 4.

Slide 44 - Slide