Hoofdstuk 10 paragraaf 4 De Europese eenwording

De Europese Eenwording
1 / 32
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De Europese Eenwording

Slide 1 - Slide

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De eenwording van Europa.’

Slide 2 - Open question

Wat is de belangrijkste reden voor de Europese samenwerking?
Nooit meer oorlog
Economische groei
Het vormen van een internationaal machtsblok
Neutraal gebied in de Koude Oorlog
Als afzetmarkt voor Amerikaanse consumptiegoederen

Slide 3 - Poll

Welk orgaan heeft de wetgevende macht in Europa in handen?
A
De Raad van Ministers
B
De Europese Commissie
C
Het Europees Parlement
D
De Europese Raad

Slide 4 - Quiz

Waarvoor werd deze zomer in Nederland gestemd?
A
De Europese Raad
B
De Europese Commissie
C
Het Europees Parlement
D
De Raad van Ministers

Slide 5 - Quiz

Europese wetgeving
Nationale wetgeving
Landbouw
Migratie
Natuur
Handel
Onderwijs
Sociale Zekerheid
Gezondheidszorg
Veiligheid

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Leg uit wat de oorzaken zijn van de oprichting van de EGKS.

Slide 10 - Open question

EGKS en EEG
1951: Begin Europese eenwording. Oprchting Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS.): De Lidstaten stelde een gemeenschappelijk bestuur in voor hun kolen- en staalindustrie. 
  1. Frankrijk
  2. West-Duitsland
  3. Italië
  4. België
  5. Nederland
  6. Luxemburg. 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Leg de verschillen uit tussen de EGKS en de EEG.

Slide 13 - Open question

EGKS en EEG
In 1957 richten dezelfde 6 landen de Europese Economische Gemeenschap op (EEG.): Het gezamenlijk bestuur werd uitgebreid naar andere sectoren zoals landbouw. De handel tussen de EEG-landen werd vrij en naar buiten toe kregen ze gemeenschappelijke importtarieven. 

Slide 14 - Slide

EGKS en EEG
In de EEG bleven lidstaten onafhankelijk alleen de onafhankelijkheid werd wel beperkt. 

Er kwamen wel Europese wetten en regels. 

Slide 15 - Slide

EGKS en EEG
  1. In 1973 werd de EEG uitgebreid met Groot-Brittannië, Ierland en Denemarken. 
  2. In 1980 volgden Griekenland, Spanje en Portugal. 

Slide 16 - Slide

Noem de 4 belangrijkste organen in de (EEG) EU.

Slide 17 - Open question

EGKS en EEG
Deze wetten werden gemaakt door de Raad van Ministers. 

Het dagelijks bestuur ligt bij de Europese Commissie en het Europese Parlement. 

Belangrijke besluiten worden noemen door de Europese Raad. 

Slide 18 - Slide

Leg het verband uit tussen het Verdrag van Schengen en eventuele economische voordelen.

Slide 19 - Open question

EGKS en EEG
In 1985 sloten de BENELUX, Duitsland, Frankrijk het Verdrag van Schengen.

In dit verdrag werden onderlinge grenscontroles afgeschaft. 

Later sloten steeds meer landen hierbij aan. 

Slide 20 - Slide

De EU
In 1992 tekenen de Europese het Verdrag van Maastricht: 

In dit verdrag maakt de EEG plaats voor de Europese Unie (EU). 

Slide 21 - Slide

De EU
De EU werd op dezelfde manier bestuurd als de EEG. 

Alleen de EU ging niet alleen over de economie maar ook de veiligheid. 

Het Verdrag van Maastricht bepaalde ook dat er een gemeenschappelijke munt kwam. 

De landen die mee wilden doen met de Euro moesten economisch en financieel beleid aan Europese regels binden. 

De Euro werd in 2002 ingevoerd. 

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Europese democratieën. 
Oorzaken Europese eenwording: 
  1. Economische voordelen van handel. 
  2. Duitsland en Frankrijk waren niet meer de supermachten van vroeger en voelde zich bedreigd door de Sovjet-Unie. Samen waren zij sterker. 
  3. Door samenwerking kon een militaristisch en sterk Duitsland voorkomen worden. 

Slide 24 - Slide

Europese democratieën.
Voorwaarde van lid worden van de EU is: Je moet een democratie zijn.
  1. Na de Duitse eenwording was Duitsland een stabiele democratie geworden. 
  2. Griekenland, Spanje en Portugal hadden hun militaire dictaturen vervangen voor een democratie. 
  3. Na de val van de muur waren er ook democratie gekomen in Polen, Hongarije, Tsjechië.
  4. Deze sloten zich allemaal aan bij de EU

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Leg uit wat de beslissingsprocessen van de EU vertraagt.

Slide 27 - Open question

Moeizame eenwording
Eenwording ging niet altijd soepel doordat: 
  • Nationale gevoelens en belangen bleven een grote rol spelen. 
  • Landen wilden niet bevoegdheden aan Europa overdragen. 
  • Voor veel belangrijke beslissingen was consensus nodig. 
  • Veel van de gemaakte afspraken werden regelmatig niet nagekomen. 

Slide 28 - Slide

Lesdoel: Je kan het volgende kenmerkend aspect in je eigen woorden uitleggen: ‘De eenwording van Europa.’

Slide 29 - Open question

Zet de begrippen in chronologische volgorde
WO II
Marshallhulp
Europese Unie
EGKS
EEG

Slide 30 - Drag question

EGKS
EEG
Vetorecht
Wereldwijd
Europees
Unicef
Bevordering handel
Wereldvrede
Veiligheidsraad
Parlement

Slide 31 - Drag question

Aan de slag: Huiswerk
  • Maken 10.4. 
  • Leren leerdoelen 10.4
  • Nakijken 10.4

Slide 32 - Slide