Les 2 Samenwerken en reflecteren

Studievaardigheden
1 / 48
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 2

This lesson contains 48 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Studievaardigheden

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Lesprogramma
- Terugblik introductie
- Opdracht samenwerken en reflecteren



          

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Aan het einde van de les ken ik mijn rol volgens de theorie van Belbin en weet ik wat ik nodig heb om tot een goede samenwerking te komen.
  • Aan het einde van de les kan ik reflecteren volgens de STARR-methode op mijn teamrol en de samenwerking met anderen. 
  • Kan ik mijn leerdoelen bepalen met behulp van de planningstool.





 

Slide 4 - Slide

Studievaardigheden 2
  • Inhoud cursus, beroepstaak 
  • Toetsing: presentatie + verslag
  • Teams; communicatie en toetsing
  • Leermiddelen
  • Hulp nodig? Vraag! 

Slide 5 - Slide

Studievaardigheden 2
> Samenwerking, teamrollen
> Reflecteren
> Digitale vaardigheden
> Onderzoek, gebruik en beoordeling van bronnen
> Praktijkgericht: BPV-opdrachten, examens
> Leermiddelen: laptop, pen, papier, digibib examens en oefenopdrachten (licentie), boeken Boom. 

Slide 6 - Slide

Planningstool
> Waar sta je nu?
> Waar wil je naartoe?
> Wat heb je daarvoor nodig?
> Hoe ga je het aanpakken?
> Wat doe je als het anders loopt dan gepland?
> Etc.

> Persona leerstrategiën ZRL
> Planningstool

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Planningstool
> Formuleer je eigen persoonlijke leerdoelen voor het vak studievaardigheden met behulp van de planningstool. 

Maak je leerdoel SMART

> Sla je planningstool op in je WORD map Studievaardigheden



Slide 9 - Slide

Planningstool
SQILL:

In deze training ga je verder oefenen met de studievaardigheden uit de leereenheid uit het eerste jaar en leer je hoe je examens kunt plannen en uitvoeren. Er wordt gekeken waar nog uitdagingen voor je liggen ten aanzien van studievaardigheden en hoe daarmee om te gaan. 

Waar liggen jullie leervragen? 
Wat zijn jullie leerdoelen?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

SMART
Van Inventarisatie van wensen en behoeften ga je naar doelen. 
Doelen formuleren we SMART:

S= specifiek
M= meetbaar
A= acceptabel
R= realistisch
T= tijdsgebonden

Slide 12 - Slide

S= specifiek

> Wat wil je bereiken?
> Wie zijn erbij betrokken?
> Waar vindt het plaats?
> Wanneer vindt het plaats?
> Waarom wil je dit bereiken?

Slide 13 - Slide

M = meetbaar

> Hoeveel ga je doen of moet gedaan worden?
> Hoe kun je dat meten?
> Welk resultaat levert dat op?

A= acceptabel

> Is het doel aanvaardbaar: staat cliënt achter zijn leerdoel?
 > Is het doel logisch gebaseerd op huidige of eerdere omstandigheden, gebeurtenissen of gedragingen?
 > Is er voldoende draagvlak om het doel te bereiken: staan andere betrokkenen achter het doel?

Slide 14 - Slide

R =  realistisch

> Is het doel haalbaar?
> Is het plan uitvoerbaar: zijn de stappen richting het doel aanvaardbaar en haalbaar voor alle betrokkenen?
> Zijn de kennis, mogelijkheden en middelen aanwezig om het doel te behalen?
> Is het doel niet te eenvoudig te behalen (waardoor bepaalde acties niet nodig zijn) 
> Is het doel relevant, oftewel zinvol voor je cliënt?

Slide 15 - Slide

T = tijdgeboden

> Wanneer starten de activiteiten?
> Wanneer worden de acties beëindigd?
> Wanneer is het doel behaald?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

Opdracht Belbin
> Ga naar https://www.123test.com/nl/groepsrollentest/
> Maak de test
> Noteer de rol waarop je het hoogste scoort

We bespreken de opdracht klassikaal na

Slide 18 - Slide

Groepsrollen van Belbin

Slide 19 - Slide

STARR- Methode
situatie 
taak 
resultaat
reflectie 

Slide 20 - Slide

Opdracht 
Reflecteer op een gebeurtenis op je stage. Gebruik hiervoor de STARR methode. 

Slide 21 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les:

  • Aan het einde van de les ken ik mijn rol volgens de theorie van Belbin en weet ik wat ik nodig heb om tot een goede samenwerking te komen. 
  • Aan het einde van de les kan ik reflecteren volgens de STARR-methode op mijn teamrol en de samenwerking met anderen. 
  • Kan ik mijn leerdoelen bepalen met behulp van de planningstool.





 

Slide 22 - Slide

Vooruitblik
Huiswerk
Werk aan je leerdoel volgens je planningstool.

Volgende les
 ?

> Informatie zoeken en verwerken

Slide 23 - Slide

Alternatief programma

Slide 24 - Slide

Samenwerken is een belangrijke vaardigheid. Goede samenwerking is ontzettend leuk en zorgt voor veel motivatie.

Maar samenwerken kan ook best moeilijk zijn en voor veel gedoe zorgen. Je hebt er namelijk best een aantal zaken voor nodig.

Denk je dat goed kunnen samenwerken is aangeboren of dat je het kunt leren?


1: Wat verwacht je? 

Slide 25 - Slide


 
Vul de vragen in op de volgende slides en bekijk hoe jij nu samenwerkt. 

Zijn er ook zaken die je lastig vindt bij samenwerken? 

2: Hoe doe je het nu? 

Slide 26 - Slide

Vraag 1: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking?
"Werk eerlijk verdelen."

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk

110

Slide 27 - Poll

Vraag 2: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking?
"Overleggen."

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
110

Slide 28 - Poll

Vraag 3: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking?
"Luisteren."

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
110

Slide 29 - Poll

Vraag 4: Wat vind jij belangrijk in een samenwerking?
"Actief meedoen."

1 = niet belangrijk 10 = heel belangrijk
110

Slide 30 - Poll

Vraag 5: Welke woorden passen bij een goede samenwerking? 
past wel bij samenwerking
past niet bij samenwerking
ik ben de baas
neutraal
perfectie
creativiteit
geen ruzie
voorzichtig
moet nu gebeuren
plezier

Slide 31 - Drag question

3.1: Stappen voor goede samenwerking
- Theorie 
- Opdracht
- Theorie
- Theorie 
3.2: Verschillende teamleden
- Theorie
- Vaardigheid
- Theorie
Je gaat nu aan de slag met twee onderwerpen.
Wat is samenwerken eigenlijk en welke stappen kunnen je helpen bij een goede samenwerking?
Mensen werken op verschillende manieren. Als je weet hoe iemand graag werkt, kan dit de samenwerking helpen.

3: Aan de slag  

Slide 32 - Slide

Samenwerken betekent dat je je gezamenlijk inzet om een bepaald doel te bereiken.

Bij een goede samenwerking kun je jouw gedachten verwoorden, luisteren naar elkaar, initiatief nemen, overleggen, vragen stellen en rustig op elkaar reageren.

Op school, maar ook daarbuiten, ga je regelmatig groepswerk doen.

Rechts staan een aantal stappen die je kunnen helpen om goed met elkaar samen te werken. 



     3.1 Stappen voor goede samenwerking - Theorie 1 

Slide 33 - Slide

3.1 Stappen voor goede samenwerking - Opdracht 
goede samenwerking
slechte samenwerking
actief meedoen
niet overleggen
schreeuwen
te laat komen
afspraken maken
deadline nakomen
niks doen
werk eerlijk verdelen

Slide 34 - Drag question

Op school leren we van docenten, bij het sporten leren we van een trainer, thuis leren we van onze ouders. 

Maar weet je van wie we eigenlijk het liefst leren als we jong zijn? Leeftijdsgenoten. Leren van klasgenoten noemen we sociaal leren.

Hersenen van jongeren laten sterkere signalen zien als ze feedback krijgen van leeftijdsgenoten dan van oudere mensen. Waarom dit is, weten onderzoekers nog niet precies.

Een beetje risico nemen kan je helpen om dingen te ontdekken en kansen te grijpen, maar let wel op!

We hebben het hier over een gezonde dosis risico nemen.
     3.1 Stappen voor goede samenwerking - Theorie 2  

Slide 35 - Slide

Heb je een filmpje uit je jeugd waarin jij je held van vroeger of je favoriete artiest nadeed?

Dit noemen we imiteren. Als we wat ouder zijn imiteren we nog steeds.

Imiteren kan een hele goede manier van leren zijn. Als iemand in de klas iets doet wat bewondering oplevert, is de kans groot dat we dit ook op die manier gaan doen. 
Krijgt iemand negatieve reacties, dan is de kans groot dat we dit gedrag niet imiteren.

In ons brein zitten namelijk gebieden die gevoelig zijn voor zowel positieve als negatieve reacties.
     3.1 Stappen voor goede samenwerking - Theorie 3  

Slide 36 - Slide

Hoe werken verschillende types?


In een team heb je verschillende type mensen zitten. Sommige teamleden zijn heel enthousiast, anderen weer heel geduldig, sommige zijn goed in nadenken, anderen weer in uitvoeren.

Om verschillende types aan te geven, gebruiken we een kleurenmodel. Elke kleur (type) heeft zijn eigen kwaliteiten. We gebruiken vier kleuren: rood, geel, groen en blauw.

Als je de afbeelding bekijkt, zie je dat er geen enkele kleur is die alle kwaliteiten heeft. De kleuren moeten dus samenwerken.

Conclusie: als je elkaars krachten gebruikt, krijg je de beste resultaten.
3.2 Verschillende types - Theorie 1 

Slide 37 - Slide

3.2 Verschillende types - Opdracht 
Welke eigenschappen horen bij welk type? 
rood
blauw
groen
geel
verleden
angst: afwijzing
optimisme
nu
rust
kort lontje
voorzichtig
perfectie
uitdaging
angst: kritiek krijgen
neutraal
heden
toekomst
plezier
angst: Verlies zekerheden
angst: Controle verlies

Slide 38 - Drag question

Elke kleur heeft zijn eigen krachten en werkt dus ook het liefst op een bepaalde manier.

  • Rood: laten we het nu doen!
  • Blauw: laten we het goed doen!
  • Geel: laten we het samen doen!
  • Groen: laten we het kalm doen!

Als je begrijpt hoe andere persoonstypes (kleuren) werken, hoe ze zich uiten en wat hen motiveert, dan kan dit je helpen om zo goed mogelijk samen te werken.
3.2 Verschillende types - Opdracht 

Slide 39 - Slide

4: Experiment  
Instructie

  • Maak groepjes van vier.
  • Van de docent krijg je papier, schaar en eventueel plakband of lijm.
  • Het doel: hoogste toren maken. Let op: teamwork is heel belangrijk in deze opdracht.

klik hier voor de stappen

Slide 40 - Slide

Quiz: Samenwerken!
5. Quiz 

Slide 41 - Slide

Ben jij een échte teamplayer
of werk je liever solo!?
A
echte teamplayer
B
dat ligt aan m'n bui
C
dat ligt aan de opdracht
D
solo

Slide 42 - Quiz

Vind jij het moeilijk of ongemakkelijk om een compliment te geven?
A
ja
B
nee

Slide 43 - Quiz

Vind jij het moeilijk of ongemakkelijk om een compliment te krijgen?
A
Ja
B
Nee
C
Soms
D
Anders...

Slide 44 - Quiz

Zet in de juiste volgorde.
1
2
4
5
3
Rollen en taken verdelen.
Taken uitvoeren.
Hulp vragen als je vast loopt.
Elkaar feedback geven.
Reflecteren (terugkijken).

Slide 45 - Drag question

Van wie neem je
eerder iets aan?
A
leeftijdsgenoten
B
mensen die jonger dan jezelf zijn
C
ouders en leraren
D
influencers

Slide 46 - Quiz

Extra: Helium Stick Test
  • Zorg voor een lange liniaal/stok/bezemsteel.
  • Ga aan beiden kanten staan.
  • Iedereen mag alleen de wijsvingers gebruiken.
  • Probeer het object van de grond tot boven jullie hoofden te krijgen. Het object moet recht blijven.
  • Iemand heeft de leiding en geeft instructies.
  • Succes!
Deze praktijkopdracht is niet geschikt voor coronatijd! Denk aan anderhalve meter! :-)

Slide 47 - Slide

Slide 48 - Video