BDR:
- Democratisch: volk stemt op hun leider
- Kapitalistisch: Nadruk op winst en ontwikkeling
- Enorm geholpen door Amerikaanse steun (Marshallhulp)
DDR:
- Communistisch: weinig vrijheid en maar één partij
- Planeconomie: Weinig winst en langzame opbouw
- Opstanden en kritiek met geweld neergeslagen