Kosten en resultaten bij dnstverl. (H32 VWO)

H.32 Kosten en resultaten bij dienstverlening (vwo)
32.1 Kostenberekeningen
= De manier van toerekenen van de 
   kosten aan producten/diensten.

De kostprijs van product  -->  voorcalculatie
De standaardkostprijs = som van de toegestane kosten per
product (als productie onder normale omstandigheden plaatsvindt)
Bijvoorbeeld: kosten per uur voor accountant, kosten per km. van een transportbedrijf.
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

H.32 Kosten en resultaten bij dienstverlening (vwo)
32.1 Kostenberekeningen
= De manier van toerekenen van de 
   kosten aan producten/diensten.

De kostprijs van product  -->  voorcalculatie
De standaardkostprijs = som van de toegestane kosten per
product (als productie onder normale omstandigheden plaatsvindt)
Bijvoorbeeld: kosten per uur voor accountant, kosten per km. van een transportbedrijf.

Slide 1 - Slide

Kostprijs = totale constante standaardkstn + totale variabele standaardkstn
                       Normale productie                          Begrote productie

Slide 2 - Slide

Kostprijs, formule afgekort  =   C + V
                                                    N    B
Je kunt met deze formule ook de kosten per uur berekenen van een machine of ander vast actief (zie voorbeeld 32.3)

Rekenen met een opslagpercentage
Dit is een andere manier van kosten toerekenen.
Kostprijs = Variabele kosten + Opslag% voor dekking constante kstn.

                                                                       


Het opslag% kan ook worden berekend alléén over variabele materiaal kosten of alléén over de variabele loonkosten.           Zie voorbeeld 32.5

Slide 3 - Slide

Ga nu maken:
Opgave 32.3 (blz.73)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

32.2 Efficiencyresultaten
Standaardnormen --> voorcalculatie
Deze gaan we vergelijken met de nacalculatie (werkelijk)

De vraag is: hoeveel is er werkelijk verbruikt t.o.v. de norm ?
Het gaat hier om hoeveelheden en niet om prijzen. 
Dus: de hoeveelheid arbeidsuren, het aantal liters verf etc. etc.

Stel:    Het werkelijk verbruik   >  toegestaan verbruik (de norm)   
Dan is er sprake van een nadelig efficiencyresultaat 
Verbruik < toegestaan verbruik    efficiencyresultaat (voord.)

Slide 6 - Slide

De formule voor het berekenen van een efficiency resultaat is:
(sh - wh) x sp
sh = de standaard (toegestane) hoeveelheid         
wh = werkelijke hoeveelheid
sp = standaard (toegestane) prijs
Bestudeer voorbeeld 32.6 uit theorieboek 2, blz. 120


GA NU 
MAKEN: 32.9

Slide 7 - Slide

32.3 Prijsresultaten
Ook bij de prijzen kunnen zich verschillen voordoen tussen voorcalculatie (toegestaan) en nacalculatie (werkelijk)

Prijsresultaat =
(sp - wp) x wh 
sp = standaard/toegestane prijs
wp =  werkelijke prijs
wh  = werkelijke hoeveelheid
Als wp < sp dan een voordelig prijsresultaat
Als wp > sp dan een nadelig prijsresultaat

Zie voorbeeld 32.7 Theorieboek 2, blz. 122

Slide 8 - Slide

Wat is het doel van het berekenen van prijs- en efficiency resultaten?
A
Fijne rekensommen voor de boekhouder
B
Vaststellen of het bedrijf winstgevend is
C
Stuurinformatie voor het management
D
Verwerken in de balans

Slide 9 - Quiz

Ga nu maken:
Opgave 32.11

Slide 10 - Slide

Belangrijk:
het budget = toegestane kosten = 
werkelijke productie x kostprijs

het budgetresultaat
 toegestane kosten - werkelijke kosten

Slide 11 - Slide

32.4    Resultaten op Constante Kosten

Bezettingsresultaat: in welke mate worden de constante kosten gedekt (terug verdiend)

De kosten worden volledig gedekt als:
werkelijke productie = normale productie

Als W > N  dan wordt er winst gemaakt op de CK
Als W < N dan wordt er verlies gemaakt op de CK 

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Formule verwacht bezettingsresultaat =    (B - N) x   
Formule werkelijk bezettingsresultaat =     (W - N) x 

Goed voorbeeld met daarin:
  • standaardkostprijs, bezettingsresultaat en budgetresultaat
                     Voorbeeld 32.8 theorieboek 2, blz. 124

Wanneer we de Constante Kosten berekenen per machineuur, moeten we ook het bezettingsresultaat berekenen o.b.v. Normale en Begrote of Werkelijke uren.
                Zie voorbeeld 32.9 theorieboek 2, blz. 126
NC
NC

Slide 14 - Slide

Efficiency- en prijsresultaten 
op Constante kosten
* Budgetresultaat = Toegestane kosten - Werkelijke kosten (slide 11)
* Budgetresultaat = efficiencyresultaat + prijsresultaat +
                                                                                        bezettingsresultaat

Prijsresultaat op constante kosten is anders dan met de formule. Dat is:
Toegestane constante kosten bij normale bezetting
- werkelijke constante kn.
Voorbeeld met resultaten op Constante Kosten, zie voorbeeld 32.10, blz. 126/127


Slide 15 - Slide

Wat bepaalt het bezettingsresultaat?
A
Het aantal klanten.
B
Hoeveel meer of minder verkoop dan normaal.
C
Hoeveel onverkochte spullen je weggooit.
D
Hoeveel kosten ik maak om te kunnen verkopen.

Slide 16 - Quiz

Een negatief bezettingsresultaat is:
A
het verschil tussen de begrote en werkelijke constante kosten bij een hogere bezetting
B
het verschil tussen de begrote en werkelijke totale kosten bij een hogere bezetting
C
het deel van de constante kosten dat niet gedekt is omdat de werkelijke bezetting afwijkt van de verwachte bezetting
D
het deel van de constante kosten dat niet gedekt is omdat de werkelijke bezetting afwijkt van de normale bezetting

Slide 17 - Quiz

Bezettingsresultaat:
als (Wp-Np) > 0 dan is er sprake van
A
onderbezetting
B
overbezetting
C
winst
D
verlies

Slide 18 - Quiz

Wat is de formule van het gerealiseerd bezettingsresultaat?
A
W - N / C -N
B
(W - N) x C/N
C
(W -N) x V/W
D
( C - N) x W/N

Slide 19 - Quiz

Muchas verkocht dit jaar 70.000 machines. De constante kosten bedragen €5.600.000,-.
De variabele kosten zijn € 2.800.000,-. De normale afzet is 80.000 stuks.
Bereken het bezettingsresultaat.
A
€ 800.000,- bezettingswinst
B
€ 800.000,- bezettingsverlies
C
€ 700.000,- bezettingsverlies
D
€ 700.000,- bezettingswinst

Slide 20 - Quiz

Ga nu maken:
Opgave 32.15

Slide 21 - Slide