Le verbe avoir répétition

Lundi, 25 novembre V1A
C
1 / 24
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Lundi, 25 novembre V1A
C

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire aujourd'hui?
- Interro: Unité 2 apprendre 2
- on va parler français!
- répétition du verbe "avoir"

Slide 2 - Slide

On parle français!
Tu t'appelles comment?
Tu habites où?
Tu es en quelle classe?
Qui est-ce? Il/ Elle s'appelle comment?
Tu as quel âge?
Tu as des frères ou des soeurs? 

Slide 3 - Slide

Van

           
   
     Wat betekent "avoir"?


Vandaag oefenen we met het werkwoord "avoir".

Slide 4 - Slide

Wat betekent avoir?

Slide 5 - Open question

J'
Tu
Il / Elle
Nous
Vous
Ils / Elles
Ai
A
Ont
Avez
As
Avons

Slide 6 - Drag question

Ken je het rijtje van "avoir" (met vertaling) ?
avoir...... avoir.......
       mmmm....

Slide 7 - Slide

AVOIR ( = hebben)
Vervoeging van "avoir" met vertaling :
stopwatch
00:00

Slide 8 - Slide

Wat betekent "nous avons"?
A
ik heb
B
u heeft
C
wij hebben
D
zij hebben

Slide 9 - Quiz

Wat betekent "il a" ?
A
hij heeft
B
zij heeft
C
u heeft
D
zij hebben

Slide 10 - Quiz

A. optreden

B. ontdekt worden

C. zin hebben om te 

A. zij  heeft
B. zij hebben
C.  men heeft
D.  jullie hebben
E. jij / je hebt
F. wij hebben
1.  nous  avons
2.  tu  as
3.  ils  ont
4.  on  a
5.  vous avez
6.  elle  a

Slide 11 - Drag question

Nous ..... une voiture et un vélo
A
a
B
ont
C
avez
D
avons

Slide 12 - Quiz

Il .... quinze ans
A
as
B
a
C
ai
D
avez

Slide 13 - Quiz

Vous ..... une grande chambre?
A
ai
B
avez
C
avons
D
as

Slide 14 - Quiz

Non, j'.... un frère
A
ai
B
a
C
as
D
ont

Slide 15 - Quiz

Les chats ... quatre pattes
A
ai
B
as
C
ont
D
avons

Slide 16 - Quiz

La ville .... beaucoup de magasins
A
avons
B
a
C
est
D
ont

Slide 17 - Quiz

Getallenquizje in het Frans


Dan gaan we nu eens kijken of je al tot 20 kunt tellen!

Slide 18 - Slide

11
A
dix-un
B
douze
C
onze
D
un

Slide 19 - Quiz

13
A
trois
B
douze
C
dix-trois
D
treize

Slide 20 - Quiz

15
A
neuf
B
cinq
C
quinze
D
douze

Slide 21 - Quiz


A
un
B
quatorze
C
trois
D
quatre

Slide 22 - Quiz

wat heb ik deze les geleerd?
ik kende het rijtje al helemaal van AVOIR
het was wel fijn dat het werkwoord AVOIR nog eens herhaald werd
Het rijtje van AVOIR ken ik nu beter dan eerst
Ik vind het best nog lastig om het rijtje van AVOIR te onthouden
AVOIR? nooit van gehoord

Slide 23 - Poll

Les devoirs pour mercredi:
Apprendre 2 Unité 2 leren
au revoir!

Slide 24 - Slide