Samengestelde zinnen

Grammatica paragraaf 9 en 10
  • Samengestelde zinnen : hoofd- en bijzinnen 
  • Voegwoorden

blz. 222 + 224
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Grammatica paragraaf 9 en 10
  • Samengestelde zinnen : hoofd- en bijzinnen 
  • Voegwoorden

blz. 222 + 224

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Na de les:
  • weet je wat een hoofdzin en bijzin is ;
  • kun je de voegwoorden herkennen;
  • kun je de voegwoorden toepassen en samengestelde zinnen maken.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Twee soorten zinnen
Enkelvoudige zin (1 pv):
De docent roept de leerlingen.
De leerlingen stoppen met praten.

Samengestelde zin (meer dan 1 pv):
De docent roept de leerlingen en de leerlingen stoppen met praten.

Slide 4 - Slide

Hoofdzin
Een hoofdzin is een zin die ook op zichzelf kan staan.
Als er twee hoofdzinnen worden samengesteld, plak je twee zinnen die familie zijn aan elkaar (neefjes). 

Daarom staat er altijd een nevenschikkend voegwoord tussen.  

De docent roept de leerlingen, dus stoppen zij met praten.

Slide 5 - Slide

Hoofdzinnen en bijzinnen
Een samengestelde zin kan bestaan uit:
- twee hoofdzinnen
- een hoofdzin en bijzin(nen)


Slide 6 - Slide

Voegwoorden
- nevenschikkende voegwoorden: 
deze verbinden twee hoofdzinnen met elkaar. 
Er zijn er maar 5: 
dus, en, want, of, maar.     (DEWOM)              

Slide 7 - Slide

Bijzin
Een bijzin is een zin die niet op zichzelf kan staan.
- Omdat ik geen zin heb.
Een bijzin wordt altijd gekoppeld aan een hoofdzin met een onderschikkend voegwoord. 

Ik maak geen aantekeningen, omdat ik geen zin heb.

Slide 8 - Slide

Voegwoorden

- onderschikkende voegwoorden

deze verbinden een hoofdzin en bijzin. 

aangezien, als, dat, doordat, hoewel, mits, nadat, of, ofschoon, omdat, zodat, opdat, terwijl, toen, zodra.

Slide 9 - Slide

Kenmerken hoofdzin:

- O en PV staan naast elkaar.



- PV staat op plek 1 of 2 in de zin.


- Elke samengestelde zin heeft een HZ.

- Een samengestelde zin kan 2 HZ hebben.

Kenmerken bijzin:

- O en PV staan niet naast elkaar/ je kunt het woordje 'niet' ertussen zetten.

- PV staat op de laatste of een na laatste plek in de zin.

- Niet elke samengestelde zin heeft een BZ.

- BZ kan vooraan of achteraan staan.

Slide 10 - Slide

Hoofd- en bijzinnen

Zo herken je hoofd- en bijzinnen:

1. Maak de zin vragend, de hoofdzin komt dan vooraan te staan.

2. Verander de zin van tijd; dan vind je alle PV's.

3. Zoek van de zinnen alle PV's en O's.

4. Probeer of je tussen de PV en O een woord kunt invoegen.

      - Dat lukt niet: hoofdzin.

      - Dat lukt wel: bijzin.

Slide 11 - Slide

Hoofd- en bijzinnen

Er zijn dus een paar combinaties mogelijk:

1. {hoofdzin} + {hoofdzin}

Jullie maken aantekeningen, want dit is belangrijk.

2. {hoofdzin} + (bijzin)

Jullie maken aantekeningen, zodat je het beter onthoudt.

3. (bijzin)+  {hoofdzin}

Omdat dit belangrijk is, maken jullie aantekeningen.

Slide 12 - Slide

Ik vertrouw die politicus niet, omdat hij al vaak gelogen heeft.
A
Hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 13 - Quiz

Het meisje slaat haar zusje en zij stompt haar broertje, omdat ze stom doen.


A
hoofdzin + hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + hoofdzin + bijzin
C
hoofdzin + bijzin + bijzin

Slide 14 - Quiz

Jan ziet Elly achter het raam en Wieke ziet Jan op de fiets.

A
hoofdzin + hoofdzin
B
hoofdzin + bijzin

Slide 15 - Quiz

Ik zwem in de zee en daarna lig ik op het strand.

'en' is een nevenschikkend voegwoord en voegt
A
een hoofdzin en een bijzin aan elkaar
B
een hoofdzin en een hoofdzin aan elkaar

Slide 16 - Quiz

Voegwoorden die een hoofdzin en een bijzin aan elkaar voegen zijn
A
nevenschikkende voegwoorden
B
onderschikkende voegwoorden

Slide 17 - Quiz

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Annet is zenuwachtig, omdat
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
ze nog nooit eerder heeft opgetreden. 
ze morgen naar de tandarts moet.

Slide 18 - Drag question

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Annet is zenuwachtig, want......
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
ze heeft nog nooit eerder opgetreden.
morgen moet ze naar de tandarts.

Slide 19 - Drag question

Zijn de zinnen die je achter de volgende zin kunt plaatsen hoofdzinnen of bijzinnen?
Het gaat regenen, ......
timer
0:30
Hoofdzin
Bijzin
maar af en toe zal de zon schijnen.
hoewel de de zon af en toe zal schijnen.

Slide 20 - Drag question

De meeste voetbalkenners twijfelen eraan of Nederland ooit wereldkampioen kan worden.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 21 - Quiz

Wie de dader van de moord is, wordt nog niet bekend gemaakt.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 22 - Quiz

Deze meneer beweert dat een blaffende hond niet bijt.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 23 - Quiz

Sneeuwwitje werd ziek, doordat ze van de vergiftigde appel at.
A
HZ + HZ
B
HZ + BZ
C
BZ + HZ
D
BZ + BZ

Slide 24 - Quiz

Ik weet wanneer ik een nevenschikkend of onderschikkend voegwoord moet gebruiken.
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

Ik weet nu het verschil tussen hoofdzinnen en bijzinnen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 26 - Poll

Opdrachten
Maak nu van zowel paragraaf 9 als paragraaf 10 opdracht 1 vanaf bladzijde 222 in je werkboek.

Je werkt in je schrift dus de Chromebook gaat dicht!

Slide 27 - Slide