Historische achtergonden

Historische achtergonden
bij de Aeneis van Vergilius
1 / 20
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5,6

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Historische achtergonden
bij de Aeneis van Vergilius

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

De moord op Caesar
Gaius Julius Caesar werd vermoord door een aantal senatoren in 44 voor Christus, onder leiding van Brutus en Cassius. De senatoren waren bang dat Caesar te machtig aan het worden was.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wie was de opvolger van Julius Caesar na zijn dood?
A
Pompeius
B
Octavianus
C
Marcus Antonius
D
Cicero

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat was de reden voor de samenzweerders om Julius Caesar te vermoorden?
A
Jaloezie op zijn rijkdom
B
Vrees voor zijn absolute macht
C
Wraak voor zijn oorlogen
D
Politiek geschil

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer vond de moord op Julius Caesar plaats?
A
55 v.Chr.
B
40 v.Chr.
C
44 v.Chr.
D
42 v.Chr.

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wie was de belangrijkste samenzweerder bij de moord op Julius Caesar?
A
Pompeius
B
Brutus
C
Cassius
D
Cicero

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions

De slag bij Philippi
In het kort was de Slag bij Philippi een beslissende overwinning voor Octavianus en Antonius, de erfgenamen van Caesar. De slag bij Philippi maakte de weg vrij voor Octavianus om uiteindelijk de eerste Romeinse keizer te worden.
1
De Slag bij Philippi was een belangrijke gebeurtenis in de Romeinse burgeroorlog tussen Octavianus, Marcus Antonius en Marcus Junius Brutus en Gaius Cassius Longinus. 
2
Het was een tweeledige slag, waarbij eerst Brutus en Cassius werden verslagen door de troepen van Octavianus en Antonius, en enkele dagen later Octavianus de laatste aanhangers van Caesar versloeg.
3
Brutus en Cassius, de moordenaars van Julius Caesar, werden verslagen en pleegden zelfmoord na hun nederlaag.
4
De overwinning betekende het einde van de Romeinse Republiek en de opkomst van het Romeinse Keizerrijk onder Octavianus (later Augustus).
5
De slag was een cruciale gebeurtenis in de burgeroorlogen die volgden op de moord op Caesar in 44 voor Christus..

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Wat maakte de Slag bij Philippi mogelijk voor Octavianus?
A
Een politieke alliantie te vormen
B
Eerste Romeinse keizer te worden
C
Een nieuwe senaatswet in te voeren
D
Een oorlog tegen Egypte te beginnen

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Wie behaalden een beslissende overwinning in de Slag bij Philippi?
A
Cleopatra en Cassius
B
Caesar en Pompeius
C
Cicero en Brutus
D
Octavianus en Antonius

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurt hier?

Slide 11 - Mind map

Wijs leerlingen op de boekrol die een van de soldaten in zijn hand heeft.
Wie waren de vermeende stichters van Rome?
A
Julius Caesar
B
Hannibal Barca
C
Constantijn de Grote
D
Romulus en Remus

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke heuvel was de vroegste bewoningssporen in Rome?
A
Aventijn
B
Palatijn
C
Capitolijn
D
Viminal

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Hoeveel koningen volgden er na Romulus volgens de overlevering?
A
Vijf
B
Tien
C
Drie
D
Zes

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Welk volk woonde op de Palatijn-heuvel volgens de overlevering?
A
Grieken
B
Galliërs
C
Etrusken
D
Latijnen

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Welk volk heerste over een groot deel van Italië in de zesde eeuw?
A
Grieken
B
Etrusken
C
Barbaren
D
Romeinen

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

populares
homo novus
optimates
nobiles
politici die via de senaat macht wilden grijpen
politici die via de volksvergadering macht wilden grijpen
leden van de senaat die het consulaat hadden bekleed en hun mannelijke afstammelingen
persoon die als eerste van zijn familie tot consul werd verkozen

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Wanneer werd de rol van de politieke retorica in Rome kleiner?
A
Na de dictatuur van Sulla
B
Toen Augustus keizer werd
C
Na het uiteenvallen van het Romeinse Rijk
D
Tijdens het eerste driemanschap

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions


Welke term is géén argumentatief begrip?
A
a-fortiori-redenering
B
analogie
C
apostrofe
D
syllogisme

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Als Jupiter fouten maakt, dan is het des te meer begrijpelijk dat Sulla een foutje maakt. Dit is een...?
A
Analogie
B
Anafoor
C
A-fortiori-redenering
D
Autoriteitsargument

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions