Week van het geld

Week van het geld 2022
1 / 12
next
Slide 1: Slide
Week van het geldMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1-3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Week van het geld 2022

Slide 1 - Slide


Wie van jullie spaart?
A
Ik spaar voor iets wat ik heel graag wil (hebben).
B
Sparen? Ik kom altijd geld tekort!
C
Ik spaar, maar weet niet precies waarvoor.
D
Ik hoef niet te sparen, want ik krijg alles wat ik wil (hebben).

Slide 2 - Quiz



Sparen duurt te lang. Je kunt beter lenen en afbetalen. Dan kun je meteen kopen wat je wilt hebben.
A
eens
B
oneens

Slide 3 - Quiz

Spaartips
Open een spaarrekening.
Zet iedere week of maand geld op de spaarrekening.
Veel kleine beetjes maken groot.
Maak een overzicht van inkomsten en uitgaven.
Kun je ergens op besparen?
Spaargeld maakt gelukkiger.
Praat er thuis over dat je spaart, 
en waarvoor je spaart.

Slide 4 - Slide


Leen je wel eens geld van iemand?
A
Ik heb nog nooit geld geleend.
B
Ik leen wel eens geld van mijn ouders.
C
Ik leen wel eens geld van een vriend of vriendin.

Slide 5 - Quiz


Leen je wel eens geld uit aan iemand?
A
Nee, nooit
B
Soms wel, aan een vriend of vriendin
C
Soms wel, aan één van mijn ouders

Slide 6 - Quiz


Ik heb liever een hoog uurloon 
dan leuk werk.
A
ja
B
nee

Slide 7 - Quiz


Stel: je smartphone die je op afbetaling hebt 
gekocht, laat je na 2 maanden op de grond vallen. 
De telefoon is helemaal stuk. Moet je dan de 
resterende termijnen van je lening doorbetalen?
A
ja
B
nee

Slide 8 - Quiz

Geld lenen kost geld (en geluk)
Je betaalt rente over de schuld.
Je moet de schuld altijd terugbetalen.
Mensen lenen steeds opnieuw om nog meer spullen te kopen.
Een schuld maakt ongelukkig.
Soms moeten mensen geholpen worden om uit de schulden te komen.

Slide 9 - Slide

Opdracht:
Breng jouw financiële situatie in kaart. Maak een balans (in Excel) van je gemiddelde inkomsten en uitgaven in een maand. 

Hoe ziet het er onder de streep bij jou uit? Hou je rekening met al je inkomsten (loon, stufi, zorgtoeslag etc) en uitgaven? (Huur, eten/drinken, studie, verzekeringen, telefoon etc?)

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide