SO krachten (4.1 en 4.1)

Welke kracht zorgt er voor dat iemand door (te) dun ijs heen zakt ?
A
kleefkracht
B
zwaartekracht
C
G-kracht
D
spankracht
1 / 13
next
Slide 1: Quiz
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Welke kracht zorgt er voor dat iemand door (te) dun ijs heen zakt ?
A
kleefkracht
B
zwaartekracht
C
G-kracht
D
spankracht

Slide 1 - Quiz

Met welke twee krachten heeft de fietser te maken ?
A
elektrische- en spankracht
B
zwaarte- en veerkracht
C
luchtweerstands- en kleefkracht
D
wrijvings- en luchtweerstandskracht

Slide 2 - Quiz

Op de koorddanser werken twee krachten die elkaar opheffen.

Welke zijn dit ?
A
Kleefkracht, veerkracht
B
Veerkracht, spankracht
C
Spankracht, zwaartekracht
D
Zwaartekracht, luchtweerstand

Slide 3 - Quiz

Hoeveel kracht is er nodig om 1 kilogram op te tillen ?
A
9,81 N
B
981 N
C
10 N
D
100 N

Slide 4 - Quiz

Het symbool voor zwaartekracht is
A
F
B
Fz
C
Fg
D
Fs

Slide 5 - Quiz

Met deze steekkar kan een kracht van maximaal 980 N geleverd worden. Wat is de maximale massa die verplaatst kan worden ?
A
1 kg
B
9,9 kg
C
100 kg
D
99 kg

Slide 6 - Quiz

Op de maan is de zwaartekracht 6x zo klein als op aarde. Wanneer je 48 kg weegt en je loopt op de maan dan is je massa daar
A
48 kg
B
8 kg
C
5 kg
D
42 kg

Slide 7 - Quiz

Deze pijl geeft een kracht weer van
A
1 N
B
8 N
C
13 N
D
104 N

Slide 8 - Quiz

Wanneer de halter een massa heeft van 1 kg, en 1 cm gelijk staat aan 0,7 N dan heeft iedere pijl een lengte van ongeveer
A
3,5 cm
B
7 cm
C
14 cm
D
17,5 cm

Slide 9 - Quiz

Welke kracht is bij wielrennen de grootste tegenwerkende kracht ?
A
Zwaartekracht
B
Kleefkracht
C
Wrijvingskracht
D
Luchtweerstandskracht

Slide 10 - Quiz

Een pijl bij zwaartekracht op een voorwerp wijst naar beneden en grijpt aan in
A
het zwaartepunt
B
het kantelpunt
C
het oriëntatiepunt
D
het snijpunt

Slide 11 - Quiz

De zwaartekracht op een scooter bedraagt 1568 N.
De massa van de scooter is
A
160 kg
B
180 kg
C
200 kg
D
220 kg

Slide 12 - Quiz

Wat is de luchtweerstand (N) bij constante snelheid?
A
1000 N
B
1500 N
C
2000 N
D
2500N

Slide 13 - Quiz