This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
WE WETEN WAT HET VERSCHIL IS TUSSEN LETTERLIJK EN FIGUURLIJK AANGEMAAKT.
Meestal is het duidelijk of iets letterlijk of figuurlijk wordt bedoeld.
Soms kan het allebei.
Tegen de lamp lopen
Letterlijk: Je bent écht (letterlijk) tegen een lamp aan gelopen.
Figuurlijk: Betrapt worden.