H5.3 Een leven voor God

De stad in de Middeleeuwen
Een leven voor God



Geschiedenis - Kader 1
1 / 34
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De stad in de Middeleeuwen
Een leven voor God



Geschiedenis - Kader 1

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Aan het eind van deze les...
...ken je het begrip kathedraal. (R)
...weet je waarom het geloof voor mensen in de Middeleeuwen zo belangrijk was. (R)
...kan je zes kenmerken noemen waarom mensen gebonden zijn aan tijd en plaats. (T1)

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat is wat?
Dikgedrukt = een begrip
schuin = moeilijk woord

uitleg van begrip
Hierin staat de uitleg van het begrip. Schrijf het begrip en de betekenis op in je schrift.
uitleg van moeilijk woord
Hierin staat de uitleg van het moeilijke woord. Schrijf het op in je schrift.
uitleg
Hierin staat de uitleg over een bepaald onderwerp.

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Deelvraag
Waarom was het geloof voor mensen in de Middeleeuwen zo belangrijk?

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Leven na de dood...
In de Middeleeuwen geloofden mensen dat het leven op aarde maar kort was. Het eeuwige leven wachtte op je na je dood. 
  • Hemel
  • Hel
geloof
Hoe je over iets denkt. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

De hemel
  • Prachtige plek.
  • Dicht bij God.
  • Altijd gelukkig. 

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

De hel
  • Afschuwelijke oord van de duivel.
  • Mishandelde mensen tot in de eeuwigheid.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

De straf van God
Alleen als je als een goede christen had geleefd, kon je naar de hemel gaan. De kerk bepaalde dat door: 
  • Veel bidden
  • Geld aan de kerk en armen geven
  • Goed voor andere mensen zorgen
christen
Volgeling van Jezus Christus. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

De straf van God
Als je niet leefde volgens de regels van de kerk, dan kon je naar de hel gaan óf worden gestraft door God. Een straf van God kon zijn: 
  • Ziek worden (bijvoorbeeld de pest krijgen)
  • De stad brandde af
  • De oogst mislukt
  • Enig ander ongeluk of ramp
oogst
Het plukken van rijpe planten.

Slide 9 - Slide

Clip van kruistocht in spijkerbroek > spiers waarbij de kerk afbrand en de bewoners daarna eten komen brengen. Ze denken dat het een straf van god is. 
Gebonden aan tijd en plaats
Hoe we denken en wat we van iets vinden, heeft te maken met de tijd waarin we leven én de plaats we wonen. Maar ook met:
  • hoe oud je bent (leeftijd)
  • wat je gelooft (geloof)
  • man/vrouw (of ergens daar tussenin)
  • arm of rijk
  • welke school/werk (etc.)
  • land waarin je woont
Dit noemen we gebonden zijn aan tijd en plaats
gebonden aan tijd en plaats
Hoe je denkt over iets komt doordat je het atlijd bekijkt vanuit de tijd waarin je leeft en de plaats waar je woont.

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Waarom denken mensen anders in een andere tijd?
A
Omdat mensen in een andere tijd dom waren.
B
Omdat mensen nu anders leven dan toen.
C
Omdat mensen nu slimmer zijn.
D
Omdat mensen nu niet meer geloven in God.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Waarom denken mensen anders in een andere plaats/land?
A
Omdat daar andere dingen belangrijk zijn.
B
Omdat mensen daar dommer zijn.
C
Omdat mensen daar slimmer zijn.
D
Mensen denken overal hetzelfde.

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Noem drie dingen waardoor iemand anders kan denken dan jij.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Hoger, beter, mooier
Om God te eren bouwden mensen grote kerken. De belangrijkste kerk stond in de stad waar de bisschop woonde, deze noemen we een kathedraal
Voor het bouwen van zo'n kerk was véél geld nodig (materialen en het loon). Als het geld op was lag de bouw stil.
kathedraal
Hoofdkerk van een bisdom, het gebied dat een bisschop bestuurde.

Slide 14 - Slide

clip van brug naar de hemel?
De gotiek
De bouwstijl van de late Middeleeuwen noemen we de gotiek. Deze kerken hebben altijd: 
  • hele hoge, maar smalle muren
  • hoge en spitse bogen
  • van binnen en buiten prachtig versierd
gotiek
Een bouwstijl uit de late Middeleeuwen. Deze kerken hadden hoge muren, spitse bogen en rijkelijk versierde binnen en buitenkant.

Slide 15 - Slide

Gotische kerk
Westminster Abby
Virtuele tour door het gebouw: https://www.westminster-abbey.org/nl/learning/virtual-tours

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat bedoelen we met 'gebonden zijn aan tijd en plaats'?
A
Dat je altijd op dezelfde plek blijft wonen.
B
Dat mensen in verschillende tijden anders denken.
C
Dat mensen op verschillende plekken en tijden anders kunnen denken.
D
Dat mensen alleen op verschillende plekken anders denken.

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Welke woorden ontbreken?
In de Middeleeuwen geloofden mensen dat je na de dood naar de ... of de ... zou gaan.
A
Hemel of hel
B
Hemel
C
Hel

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Konden mensen van alle standen in de hel komen?
A
Ja, want niet iedereen leefde als goede christen.
B
Ja, want de duivel maakt geen verschil tussen mensen.
C
Nee, edelen en geestelijken kwamen altijd in de hemel.
D
Nee, edelen en geestelijken leefden altijd goed.

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Op welke manier kon je in de hemel komen?
A
Door weinig te bidden.
B
Door al het geld voor jezelf te houden.
C
Door geld te geven aan de kerk en armen.
D
Door anderen hard te straffen.

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Noem vier manieren waarop mensen konden leven als goede christenen.

Slide 21 - Open question

This item has no instructions

Wanneer ging je naar de hel?
A
Als je leefde volgens de regels van de kerk.
B
Als je niet leefde volgens de regels van de kerk.
C
Als de bisschop zei dat je naar de hel zou gaan.
D
Als je niet genoeg geld betaalde aan de kerk.

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Wat bedoelen we met 'gebonden zijn aan tijd en plaats'?
A
Dat je altijd op dezelfde plek blijft wonen.
B
Dat mensen in verschillende tijden anders denken.
C
Dat mensen op verschillende plekken en tijden anders kunnen denken.
D
Dat mensen alleen op verschillende plekken anders denken.

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Welk gilde deed wat bij de bouw van een kathedraal?
Hiernaast zie je een afbeelding over de bouw van een kathedraal. Welk gilde doet wat bij deze bouw?
metselaars
glasblazers
klokkenmakers
beeldhouwers

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Welke taak?
Gilde
Kerkdeuren maken.
Beelden maken voor in en buiten de kerk.
De muren metselen.
Een slot in de deur zetten.
Glas-in-loodramen maken.
Een klok voor in de toren gieten.
Welk gilde deed wat bij de bouw van een kathedraal?
Hieronder zie je een lijst met dingen die gedaan moeten worden voor de bouw van een kathedraal. Welk gilde doet wat?
slotenmakers
metselaars
klokkenmakers
timmerlieden
beeldhouwers
glasblazers

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Is de kerk op de afbeelding een voorbeeld van de gotiek?
A
Ja
B
Nee

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Welk kenmerk van de gotiek herken je op de afbeelding?
A
De smalle ramen.
B
De kerk is niet versierd.
C
De kerk is prachtig versierd.
D
De kerk is met ronde bogen gebouwd.

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Is de kerk op de afbeelding een voorbeeld van een kathedraal?
A
Ja
B
Nee

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe noemen we de kerk die je op de afbeelding ziet?
A
Westminster Abby
B
Een kathedraal
C
Een gotische kerk
D
Geen van deze is goed.

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Waarom was het geloof voor de mensen in de Middeleeuwen zo belangrijk?

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Begrippen uit deze les
  • Kathedraal 

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

De hoofdkerk van een bisdom, het gebied dat een bisschop bestuurde, noemen we ...
A
een kerk.
B
een kathedraal.
C
een moskee.
D
de hemel.

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Stel 1 vraag over de lesstof die je niet goed hebt begrepen.

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 34 - Open question

This item has no instructions