What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
1 / 27
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
This lesson contains
27 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Wat was ook alweer het ezelsbruggetje voor de 'gewone' regelmatige werkwoorden?
A
estenten
B
esttenten
Slide 2 - Quiz
Jullie kennen de esttenten regel natuurlijk (herhaling)
wohne
wohnst
wohnt
wohnen
ich
du
Frank
Lisa
es
Sie
ihr
wir
Lisa und Frank
Slide 3 - Drag question
wat is een sterk werkwoord?
A
een werkwoord dat verandert van klank bij meervoud
B
een werkwoord dat verandert van klank in de verleden tijd
C
een werkwoord dat niet verandert in de verleden tijd
D
een werkwoord dat niet verandert in bij meervoud
Slide 4 - Quiz
Seite 25
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
E/i-Wechsel
De 'e' verandert bij du & er/sie/es in een
i
of in
ie
.
* werkwoorden met een
korte e
(helfen) ->
i
* werkwoorden met een
lange e
(sehen) ->
ie
Leer de woorden van blz 25.
Slide 8 - Slide
Deze "e"
= kort
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
kort
kort
lang
lang
uitzondering
Slide 13 - Slide
E/i-Wechsel
(2 uitzonderingen)
1. De sterke ww
geben, nehmen en treten
hebben een lange klank, maar krijgen een
i
ipv een
ie.
Nehmen - du nimmst
Geben - du gibst
2. De sterke ww
gehen en stehen
hebben
geen e/i-Wechsel.
Gehen - du gehst
Slide 14 - Slide
De a-Umlaut en
e/i-Wechsel
Bij een aantal
sterke
werkwoorden verandert de stamklinker bij du en er/sie (enklv.)/es van o.t.t.
de stamklinker
a
verandert in
ä
de stamklinker
e
verandert in
i
of
ie
> korte e - > i
> lange e - > ie
Slide 15 - Slide
Bij sterke werkwoorden met een a-klank verandert
A
a -> ä
B
a -> i
C
er verandert niets
Slide 16 - Quiz
Wat is de goede vervoeging?
Du (fahren) ... nach Berlin.
A
fahrst
B
fährt
C
fährest
D
fährst
Slide 17 - Quiz
Vul de goede vervoeging in.
Er (fallen) ... auf den Boden.
A
fallt
B
fält
C
fällt
D
vällt
Slide 18 - Quiz
Vul de juiste vervoeging in:
Der Jaguar (laufen) ....... sehr schnell.
A
lauft
B
läuft
C
löp
D
läufst
Slide 19 - Quiz
Bij sterke werkwoorden met een korte e-klank in de stam:
A
e->ie
B
e-> ee
C
e->i
Slide 20 - Quiz
Bij sterke werkwoorden verandert met een lange e-klank:
A
e->i
B
e->ie
C
e->ee
D
er verandert niets
Slide 21 - Quiz
Vul de juiste vervoeging in.
Du (helfen) ......... mir immer gut.
A
hilfst
B
helfst
C
hielfst
D
helpst
Slide 22 - Quiz
Vul de juiste vervoeging in.
Paul (sprechen) .......... gut Deutsch
A
sprecht
B
spriecht
C
spreekt
D
spricht
Slide 23 - Quiz
Du ........... jetzt mein Gesicht.
A
sehst
B
siehst
C
siehts
D
sieht
Slide 24 - Quiz
Meine Schwester (lesen) ......... ein Buch.
A
lest
B
lies
C
liest
D
leest
Slide 25 - Quiz
Du ......... mir ein Geschenk.
A
gebst
B
gibst
C
gibt
Slide 26 - Quiz
Meine Tante ........... uns mit.
A
nimmt
B
nihmt
C
nehmt
D
nimt
Slide 27 - Quiz
More lessons like this
3h - K3 - Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
January 2023
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Havo 3: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
October 2022
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Havo 3: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
6 days ago
- Lesson with
34 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
May 2022
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
56COM: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
September 2024
- Lesson with
35 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
February 2024
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
6.09. 3h/vwo: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel
September 2023
- Lesson with
26 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3
Havo 3: Sterke werkwoorden met a/ä en e/i Wechsel_Woensdag
March 2024
- Lesson with
22 slides
Duits
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2,3