Deel 6a, blok 1, week 4 Les 2 schatten

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 6

Rond het bedrag af op een heel getal.

€ 1,55

1. € 1,00
2. € 2,00

Rond het bedrag af op een heel getal.

€ 1,49

1. € 1,00
2. € 2,00

Rond het bedrag af op een heel getal.

€ 9,99

1. € 9,00
2. € 10,00

Ik wil € 3,15 afronden op een heel getal.
Naar welk cijfer achter de komma moet ik dan kijken? Schrijf dat cijfer op.

lesdoel

Ik kan schattend optellen en aftrekken tot en met 1000.

Ik kan afronden op hondertallen en afronden op tientallen.

afronden op honderdtallen

Ik kijk naar het tweede getal .

De 0, 1, 2, 3, 4 rond ik naar beneden af.

De 5, 6, 7, 8, 9 rond ik naar boven af.

• 823 
• 463
  
• 112

Ik wil 652 afronden op een honderdtal.
Naar welk getal moet ik dan kijken?
Naar de 6 naar de 5 of naar de 2.

Ik heb ongeveer 300 gram kaas nodig. Welk stuk koop ik?

1. 304 gram
2. 398 gram

Hoeveel wegen deze stukken ongeveer samen?

1. 600 gram
2. 700 gram

Hoeveel verschil is er ongeveer?

1. 100 gram
2. 200 gram

1. 400
2. 500
3. 600
4. 700

de 0, 1, 2, 3 en 4 rond ik naar beneden af.

1. waar
2. niet waar

de 5, 6, 7, 8 en 9 rond ik naar beneden af.

1. waar
2. niet waar

afronden op tientallen

Ik kijk naar het derde getal .

De 0, 1, 2, 3, 4 rond ik naar beneden af.

De 5, 6, 7, 8, 9 rond ik naar boven af.

• 823
• 466
  
• 119

Ik heb ongeveer 150 gram kaas nodig. Welk stuk koop ik?

1. 149 gram
2. 173 gram

Welk tiental ligt er het dichtste bij?

1. 860
2. 870

Welk tiental ligt er het dichtste bij?

1. 350
2. 360

Ik wil 652 afronden op een tiental.
Naar welk getal moet ik dan kijken?
Naar de 6 naar de 5 of naar de 2.

Rond af op tientallen?
Wat is goed?

1. 870 - 350 ≈ 520
2. 860 - 350 ≈ 520
3. 860 - 360 ≈ 500
4. 870 - 360 ≈ 510

Rond af op tientallen?
Wat is juist?

1. 690
2. 790
3. 890
4. 990

controle vragen

• Rond 869 af op een hondertal
• Rond 956 af op een tiental
• Rond 223 af op een hondertal
• Rond 569 af op een tiental
• Rond 346 af op een hondertal
• Rond 992 af op een tiental
• Rond 129 af op een hondertal

aan het werk

 Deel 6a, blok 1, week 4, Les 2

Opgave 2 en 3

Plussen

Klaar: weektaak

Afronden op een honderdtal

Ik kijk naar het tweede getal .

466 ≈ 500

Afronden op een tiental
Ik kijk naar het derde getal .
466 ≈ 570