1 havo 19112024

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Bonjour!

Qu'est-ce qu'on va faire?

• Interroger met lesson up
• Verder met wat je gisteren beleerd hebt
• Maken oefeningen
• Regarder
• Les devoirs

Doel: 

Interroger

1. la glace - het ijsje
2. le café - de koffie
3. je voudrais - ik zou graag willen
4. venir - komen
5. préférer - liever hebben
6. adorer - dol zijn op
7. d'accord - oke 
8. aussi - ook

vetaal in het Nederlands: la table

1. de stoel
2. de tafel
3. het tablet
4. het huis

vertaal in het Nederlands: je prends

1. jij neemt
2. jij kunt
3. ik kan
4. ik neem

vertaal in het Nederlands donc

1. hier
2. en
3. dus
4. ook

vertaal in het Nederlands: cher

1. grappig
2. goedkoop
3. lekker
4. duur

vertaal in het Frans: tu peux

1. het kost
2. ik neem
3. jij wilt
4. jij kunt

vertaal in het Nederlands: préférer

1. liever hebben
2. een hekel hebben
3. aankomen
4. mogen

vertaal in het Nederlands: venir

1. dol zijn op
2. komen
3. verkopen
4. hebben

vertaal in het Frans: ik zou graag willen

1. je prends
2. ça coute
3. je voudrais
4. tu peux

Maken exercises

Exercises 5c, 6, 7, 8 (pg 64+ 65)

Ex. 6

1. Je prends
2. Je déteste
3. préfère 
4. les glaces 
5. donc
6. arrive 

Ex. 6

1. la glace
2. la table
3. la boulangerie
4. le restaurant
5. la plage
6. le cáfe
7. le téléphone
8. le dessert 

Ex. 6

1.  A
   
2. C
3. E
4. D
5. B

00:27

Vertaal: un croissant, s'il vous plaît

00:33

Vertaal: deux pains au chocolat et une baguette s'il vous plaît

00:44

Vertaal: soixante-cinq

Les devoirs

Lund le 26 novembre

Apprendre: blokje A blz. 92 nf/fn + de zinnen

Faire: