4.1: geslachtsorganen (deel 1) + 4.2: puberteit

BS1 (deel 1) Geslachtsorganen en BS2 Puberteit
1 / 17
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BS1 (deel 1) Geslachtsorganen en BS2 Puberteit

Slide 1 - Slide

Wat doen we vandaag?

-Uitleg basisstof 4.1 (deel 1) + 4.2
-Aan het werk




Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij voortplanting

Slide 3 - Mind map

Slide 4 - Video

Lesdoelen

- Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
- Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.
- Je kunt uitleggen wat de functie is van hormonen.
- Je kunt de lichamelijke en geestelijke veranderingen in de puberteit beschrijven.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

Voortplantingsstelsel
= alle organen die een rol spelen bij de voortplanting.

De geslachtsorganen zorgen ervoor dat mensen zich kunnen voortplanten. Deze organen zijn dus onderdeel van het voortplantingsstelsel. Ook de borsten van de vrouw horen bij het voortplantingsstelsel.

Slide 7 - Slide

Hormonen
Stoffen die de werking van organen regelen

Hormoonklieren geven de hormonen af aan het bloed. Een hormoon werkt alleen in weefsels of organen die gevoelig zijn voor dat hormoon.

In de puberteit produceert de hypofyse stimulerende hormonen. Onder invloed van die hormonen --> eicellen en eierstokken ontwikkelen zich
Overgang = er rijpen geen eicellen meer (niet meer ongesteld)

Slide 8 - Slide

Geslachtskenmerken
Kenmerken waaraan je kan zien of iemand een 
jongen of een meisje is. 

Er zijn 2 soorten geslachtskenmerken:
1) Primaire geslachtskenmerken
2) Secundaire geslachtskenmerken (bs 4.2)

Slide 9 - Slide

Primaire geslachtskenmerken
* Zie je meteen bij de geboorte.
* Meisjes hebben een vulva 
(vulvalippen, clitoriseikel en opening van de vagina)
* Jongens hebben een penis en een balzak

Slide 10 - Slide

Intersekse
= er zijn geslachtskenmerken van beide geslachten aanwezig. Aan de buitenkant is niet meteen te zien of de baby een jongen of een meisje is. De baby heeft dan zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtskenmerken. 

Soms blijkt pas in de puberteit dat een persoon intersekse is.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Secundaire geslachtskenmerken
Deze ontstaan rond je puberteit

Slide 13 - Slide


Afscheiding (meisjes) = witgelige vloeistof. Afscheiding houdt de vagina vanbinnen schoon.

Smegma = dode huidcellen, talg, zweet en bacteriën. Smegma hoopt zich op tussen de vulvalippen of onder de voorhuid. Het houdt de huid en eikel soepel. Bacteriën in het smegma kunnen voor ontstekingen zorgen. Het smegma kan dan ook gaan ruiken --> goed schoonhouden (alleen met water)

Zweten /Puistjes

Je gaat je anders gedragen naar je ouders. Vrienden zijn belangrijker. Hun mening is belangrijk, je wilt erbij horen. Wat vind jij belangrijk in het leven? 

Wisselende stemmingen. Je voelt je het ene moment heel erg vrolijk en het andere moment erg down of verdrietig. Soms heb je veel stress en pieker je over van alles. Of kan het je juist even allemaal niet zoveel schelen.

Verliefd. Je wordt vaak voor het eerst verliefd.




Lichamelijke veranderingen
Geestelijke veranderingen

Slide 14 - Slide

Besnijdenis
 Voorhuid = dient als bescherming van de zeer gevoelige eikel.

 De voorhuid kan naar achteren worden geschoven, dan komt de eikel bloot te liggen.

Bij een besneden penis is de voorhuid verwijderd

Slide 15 - Slide

De leeftijd waarop je verandert verschilt. 
Hoe jouw lichaam zich ontwikkelt,  is bijzonder en uniek. Niemand heeft hetzelfde lichaam als jij. 

Slide 16 - Slide

Aan het (huis)werk

Mk bs 4.1 opdr. 1
Mk bs 4.2 opdr. 1, 2, 3, 5, 6, 7




Slide 17 - Slide