V3 Spelling hoofdstuk 2


Uitleg H2 Spelling - Met of zonder N
Oefenen
Aan de slag

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


Uitleg H2 Spelling - Met of zonder N
Oefenen
Aan de slag

Slide 1 - Slide

Lesdoel
Na deze uitleg én het maken van de opdrachten weet je in welke gevallen je wel of geen -n moet noteren bij telwoorden en bijvoeglijke naamwoorden.

bijv.
enkele - enkelen
sommige - sommigen

Slide 2 - Slide

Wel of geen N
alle / allen - beide / beiden - sommige/ sommigen - andere / anderen - enkele / enkelen 

ZONDER -n als:
- er een ZN achter staat (alle oproerkraaiers)
- persoon waarnaar wordt verwezen staat in dezelfde zin
- verwijst niet naar personen 

Slide 3 - Slide

Wel of geen N
alle/ allen - beide/ beiden - sommige/ sommigen - andere/ anderen

MET -n als:
- zelfstandig gebruikt + verwijst naar personen

Slide 4 - Slide

Zelfstandig??? 
Woorden als sommige, enkele, alle enz. kun je bijvoeglijk of zelfstandig gebruiken. 
Bijvoeglijk: enkele eethuizen, sommige mensen, alle apothekers. 

Zelfstandig: De aanwezigen kregen een gratis consumptie van het theater.
Aanwezigen = de aanwezige mensen, maar het woord mensen staat niet in de zin.

Slide 5 - Slide

Even oefenen 
Sommige / Sommigen leerlingen komen altijd te laat.

(Sommige)

Slide 6 - Slide

Even oefenen 
Vele / velen zullen zich in die vraag herkennen. 

(Velen)

Slide 7 - Slide

Je moet beide / beiden handen aan het stuur houden.
A
beide
B
beiden

Slide 8 - Quiz

Schrijf tien zinnen. Ze moeten alle/ allen met een hoofdletter beginnen.
A
alle
B
allen

Slide 9 - Quiz

Ik vind van planten leuk dat sommige/ sommigen met de zon meedraaien.
A
sommige
B
sommigen

Slide 10 - Quiz

Enkele/ enkelen hebben vragen gesteld.
A
enkele
B
enkelen

Slide 11 - Quiz

Wel of geen -n?
Alle klasgenoten hadden nieuwe kleren gekocht. Sommige(n) hadden een nieuwe spijkerbroek. Enkele(n) daarvan waren donkerblauw, maar de meeste(n) vonden de lichtblauwe het mooist
Wel of geen -n? 
Alle klasgenoten hadden nieuwe kleren gekocht. Sommige(n) hadden een nieuwe spijkerbroek. Enkele(n) broeken waren donkerblauw, maar de meeste(n) vonden de lichtblauwe het mooist.

Slide 12 - Open question

Wel of niet zelfstandig? 
De hele buurt liep mee om afscheid te nemen, enkele(n) bleven staan. Enkelen: Er staat wel een zelfstandig naamwoord in (buurt), maar dat kun je NIET achter enkelen zetten. (Enkele buurt bleven staan...)

Bijna alle buren liepen mee om afscheid te nemen, enkele(n) bleven staan. 

Slide 13 - Slide

Wel of geen -n?
Sommige(n) kregen een extra kerstpakket
A
Sommige
B
Sommigen

Slide 14 - Quiz

Wel of geen -n?

De club had een feestje; honderde(n) leden hebben meegefeest.
A
honderde
B
honderden

Slide 15 - Quiz

Met of zonder -n?
Die boeken zijn weliswaar oud, maar enkele(n) zijn nog steeds leuk.
A
enkele
B
enkelen

Slide 16 - Quiz

Met of zonder -n?
Die boeken zijn best oud, maar vele(n) lezen ze nog graag.
A
vele
B
velen

Slide 17 - Quiz