Cours 2 klas 2f semaine 38

Aujourd'hui, le 21 septembre
  • Bonjour la classe! 
  • Bienvenue!

Quelques questions
être et avoir et parler



1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Aujourd'hui, le 21 septembre
  • Bonjour la classe! 
  • Bienvenue!

Quelques questions
être et avoir et parler



Slide 1 - Slide

Les buts
  • Ik kan een weerbericht begrijpen
  • Ik ken woorden die te maken hebben met het weer
  • Ik kan een gesprekje voeren over de vakantie
  • Ik kan de passé composé gebruiken

Slide 2 - Slide

le cours
  • Lire les phrases clés page 30, et 2 à 2, 13d, 14
  • Explication D page 32, page 33
  • Ppt passe composé et fais des notes (exercice)
  • Faire les devoirs / commencer ensemble 16e
  • Corrigez 7a, 10 ( lis 8 )

  • ( Lire voca b, 16abc, 12,13 )

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

les devoirs
 mercredi le 28 septembre
  1. Fais=maak 12cd, 16, 17, 19 ( voor woendag 28 september)
  2. Apprends=leer de vocabulaire=de woordjes en zinnetjes van B page 50 en Bron D grammaire page 53.
  3. Herhaal de zinnetjes en woordjes van A
mercredi le 5 octobre
SO frans over ABCD

Slide 8 - Slide

VERVOEGING WERKWOORD ETRE
je suis
tu es
il/elle/on est
on est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
ik ben
jij bent
hij/zij is
wij zijn
wij zijn
jullie zijn
zij zijn
Het werkwoord être

Slide 9 - Slide

AVOIR ( = hebben)
AVOIR 

Slide 10 - Slide

het er werkwoord
het er werkwoord

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Slide 13 - Link

Slide 14 - Link

Au travail
  1. Som leermiddelen frans toegevoegd ?
  2. Learnbeat ingelogd ?
  3. Account wrts aangemaakt ?
  4. Fais les devoirs: Fais=maak 12cd, 16, 17, 19
  5. Leren met wrts vocabulaire ABC

Slide 15 - Slide

la fin du cours
Rangez vos affaires
Au revoir!

Slide 16 - Slide

le règlement dans la classe
  • Mobieltjes in de tas
  • Als de docent praat ben je stil
  • Je schreeuwt niet door de klas als je iets wilt zeggen, steekt je vinger op
  • Bij het zelf werken aan opdrachten, mag je zachtjes elkaar iets vragen
  • Maar bij stil werken, is het stil werken, geen overleg
  • Je let op als de docent iets uitlegt
  • Je maakt je huiswerk en leert wat je moet leren
  • Bij te vaak waarschuwen eruit, briefje halen en uur terugkomen.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hoe vervoegen we de regelmatige werkwoorden op -er?
Stap 1
Haal -er van het hele ww af. Dit is de stam.
Vb. parler = parl

Stap 2
Voeg de juiste uitgang toe:

Vb. 
Tu ______ (chanter) --> chant --> tu chantes
Vous _____ (parler) ---> parl --> vous parlez
Elles ____ (sauter) --> saut --> elles sautent


Je
e
Tu
es
Il/elle/on
e
Nous
ons
Vous
ez
Ils/elles
ent

Slide 19 - Slide