Plural

1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat moet je doen om een woord in het meervoud te zetten in het Engels
A
Er een 's achter zetten
B
Er een -s achter zetten
C
Niks, alle woorden zijn meervoud
D
A, B en C zijn goed.

Slide 2 - Quiz

Wat is het meervoud van girl?
A
Girl's
B
Girl
C
Girls
D
A,B,C zijn goed

Slide 3 - Quiz

Wat is het meervoud van knife
A
Knifes
B
Knive
C
two pairs of knife
D
Knives

Slide 4 - Quiz

Wat is het meepervoud van sheep
A
Sheep's
B
Sheeps
C
Sheep
D
A, B en C zijn goed

Slide 5 - Quiz

Wat is het meervoud van bus?
A
Buses
B
Busses
C
Bus
D
Bussen

Slide 6 - Quiz

Wat is het meervoud van man?
A
Mans
B
Man's
C
Man
D
Men

Slide 7 - Quiz

Wat is het meervoud van glasses?
A
Glasses
B
two pairs of glasses
C
glasses's
D
shorten

Slide 8 - Quiz

Wat is het enkelvoud van women
A
woman
B
women
C
women's
D
womans

Slide 9 - Quiz

Wat is meervoud van child?
A
Childs
B
Child's
C
Children
D
Children's

Slide 10 - Quiz

Wat is meervoud van piano?
A
Pianos
B
Piano's
C
Pianoes
D
Pianoe's

Slide 11 - Quiz

Wat is meervoud van match?
A
Matchs
B
Match's
C
Matches
D
Matche's

Slide 12 - Quiz