Kracht en beweging

H16 Kracht & Beweging
Voortstuwende kracht
Tegenwerkende kracht
1 / 37
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H16 Kracht & Beweging
Voortstuwende kracht
Tegenwerkende kracht

Slide 1 - Slide

16.1 Voorstuwen en tegenwerken

Slide 2 - Slide

16.1 Voorstuwen en tegenwerken

Slide 3 - Slide

Voortstuwen en tegenwerken
Om voorwerpen van snelheid te laten veranderen, heb je voortstuwende krachten of tegenwerkende krachten nodig. 
Voorbeeld van tegenwerkende krachten:
  • windkracht (luchtwrijving)
  • remkracht
  • rolwrijving

Slide 4 - Slide

Demo
Stoel verschuiven.
Welke kracht maakt het mij moeilijk om als er iemand op zit?


Slide 5 - Slide

Voortstuwen en tegenwerken
Zoals je in het filmpje zag ging de auto "vanzelf" steeds harder. Door de zwaartekracht werd de auto steeds meer voortgestuwd. Dit zie je andersom ook. Als je een heuvel op probeert te fietsen, maar je stopt met trappen, zal je afremmen en uiteindelijk zelfs achteruit rollen.   

Slide 6 - Slide

Voortstuwen en tegenwerken
De voorstuwende krachten zijn krachten die maken dat je vooruit komt. (spierkracht, motorkracht, zwaartekracht) 

Tegenwerkende krachten zorgen ervoor dat de beweging juist moeilijker gaat, of dat je afremt. Denk daarbij aan luchtwrijving, rolwrijving, zwaartekracht, andere wrijvingskrachten (onderdelen die langs elkaar bewegen)

Slide 7 - Slide

Resultante/nettokracht
De nettokracht is het resultaat van alle krachten tesamen. Die krachten kunnen onder een hoek staan of in dezelfde richting.

Slide 8 - Slide

Resultante/nettokracht
=> Nettokracht werkt in de bewegingsrichting


=> Nettokracht is 0 N


=> Nettokracht werkt tegen de bewegingsrichting in

Slide 9 - Slide

Tweede wet van Newton:




'als een voorwerp een resulterende kracht ondervindt, zal het versnellen met een versnelling die afhankelijk is van de grootte van de kracht en de massa van het voorwerp'

Slide 10 - Slide

De tweede wet van Newton
F = m x a

F is de resulterende kracht in Newton (N)
m is de massa van het voorwerp in kilogram (kg)
a is de versnelling van het voorwerp in m/s

2
Wij gebruiken deze formule al een hele tijd voor de zwaartekracht:
Zwaartekracht = massa x valversnelling
Fz = m x g
g is op aarde altijd 10 m/s2

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Link

Wat is eenparig versnellen
A
Versnellen waarbij elke seconde de snelheid toeneemt, de toename is niet gelijk
B
Versnellen waarbij de snelheid iedere seconde evenveel toeneemt

Slide 13 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 14 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 15 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 16 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 17 - Quiz

Deze grafiek hoort bij:
A
Een eenparige versnelling
B
Een constante snelheid
C
Een eenparige vertraging
D
Stilstand

Slide 18 - Quiz

een auto begint op 0 km/h. Na 10 seconden gaat de auto 20 km/h, en na 20 seconden 50 km/h. Is dit een eenparige versnelling?
A
ja
B
nee
C
kun je niet weten

Slide 19 - Quiz

De eenheid van versnelling is...
A
N
B
m/s
C
a
D
m/s²

Slide 20 - Quiz

De eenheid van vertraging is...
A
N
B
m/s
C
a
D
m/s²

Slide 21 - Quiz

stopafstand =
A
reactietijd + remweg
B
reactieafstand + remweg
C
reactieafstand + reactietijd
D
iets anders

Slide 22 - Quiz

Wat is de stopafstand?
A
17,5 meter
B
30,6 meter
C
48 meter
D
79 meter

Slide 23 - Quiz

Eenparig vertraagde
Eenparige versnelde
Eenparige beweging

Slide 24 - Drag question

Eenparige beweging
Eenparig versnelde beweging
Eenparig vertraagde beweging

Slide 25 - Drag question

Versneld, vertraagd of eenparig
Versneld
Vertraagd
eenparig

Slide 26 - Drag question

Als de voortstuwende kracht > is dan alle tegenwerkende krachten samen:
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 27 - Quiz

Als de voortstuwende kracht = is dan alle tegenwerkende krachten:
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 28 - Quiz

Als de voortstuwende kracht < is dan alle tegenwerkende krachten samen:
A
Versneld
B
Vertraagd
C
Constant

Slide 29 - Quiz

Welke van de volgende krachten is geen tegenwerkende kracht.
A
normaalkracht
B
rolwrijving
C
zwaartekracht
D
luchtwrijving

Slide 30 - Quiz

Wanneer heeft een voorwerp een grote traagheid?
A
bij een kleine massa
B
bij een grote massa
C
bij een klein volume
D
bij een groot volume

Slide 31 - Quiz

Een fietser rijdt met een constante snelheid van 15 km/h over een asfaltweg.
A
De voortstuwende krachten zijn groter dan de tegenwerkende krachten
B
De voortstuwende krachten zijn kleiner dan de tegenwerkende krachten
C
De voortstuwende krachten zijn gelijk aan de tegenwerkende krachten

Slide 32 - Quiz

Een fietser rijdt met toenemende snelheid van een heuvel af
A
De voortstuwende krachten zijn groter dan de tegenwerkende krachten
B
De voortstuwende krachten zijn kleiner dan de tegenwerkende krachten
C
De voortstuwende krachten zijn gelijk aan de tegenwerkende krachten

Slide 33 - Quiz

Welk begrip hoort
bij deze afbeelding?
A
Vertraging
B
Weerstand
C
Traagheid
D
Arbeid

Slide 34 - Quiz

Een volgeladen vrachtwagen heeft een grotere traagheid dan een lege vrachtwagen.
Hoe merkt een chauffeur dat bij het afremmen?

A
moeilijker bestuurbaar
B
duurt langer om op snelheid te komen.
C
duurt langer om tot stilstand te komen
D
er is geen waarneembaar verschil

Slide 35 - Quiz

De tweede wet van Newton luidt:
A
Fnetto = m * a
B
Fres = m * a
C
Fsom = m * a
D
Fnetto = a * m

Slide 36 - Quiz

Aan slag!
Maak 16.1 opdr. 4 t/m 9 (p. 211-215 NOVA deel 4B)

Of ga aan de slag met de simulaties:
https://phet.colorado.edu/sims/html/forces-and-motion-basics/latest/forces-and-motion-basics_nl.html

Slide 37 - Slide