Voegwoorden 2.0

Zoek de voegwoorden
  1. Of ik vandaag nog ga sporten, is de vraag.
  2. Ik wil naar de dierentuin of ik wil naar het zwembad.
  3. Toen het eten op was, deed mijn vader de afwas.
  4. Hoewel Natasha lang had geleerd, haalde ze toch een onvoldoende. 
  5. Weet je wel zeker wat je daar moet invullen?

timer
1:00
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Zoek de voegwoorden
  1. Of ik vandaag nog ga sporten, is de vraag.
  2. Ik wil naar de dierentuin of ik wil naar het zwembad.
  3. Toen het eten op was, deed mijn vader de afwas.
  4. Hoewel Natasha lang had geleerd, haalde ze toch een onvoldoende. 
  5. Weet je wel zeker wat je daar moet invullen?

timer
1:00

Slide 1 - Slide

Zoek de voegwoorden
  1. Of ik vandaag nog ga sporten, is de vraag.
  2. Of  ik vandaag nog ga sporten is de vraag.
  3. Ik wil naar de dierentuin of ik wil naar het zwembad.
  4. Ik wil naar de dierentuin of ik wil naar het zwembad.
  5. Toen het eten op was, deed mijn vader de afwas.
  6. Toen het eten op was, deed mijn vader de afwas.


Slide 2 - Slide

Zoek de voegwoorden
  1. Hoewel Natasha lang had geleerd, haalde ze toch een onvoldoende. 
  2. Hoewel Natasha lang had geleerd, haalde ze toch een onvoldoende. 
  3. Weet je wel zeker wat je daar moet invullen? 
  4. LET OP:"Wat" is geen voegwoord, maar een vragend vnw!

Slide 3 - Slide

Noteer het voegwoord:
Aznar had Tim uitgenodigd voor zijn verjaardag, maar hij kon niet komen.

Slide 4 - Open question

Noteer het voegwoord:
Romy leest haar e-mail, terwijl ze een broodje eet.

Slide 5 - Open question

Noteer het voegwoord:
Zodra hij water ziet, springt onze hond erin.

Slide 6 - Open question

Noteer het voegwoord:
De minister liep snel langs de journalisten, want hij wilde geen vragen beantwoorden.

Slide 7 - Open question

Noteer het voegwoord:
Doordat het mentorgesprek van Susan uitliep, kwam Rick weer niet aan bod.

Slide 8 - Open question

Noteer het voegwoord:
Rob wil later bij de landmacht of de luchtmacht werken.

Slide 9 - Open question

OEFENING

Je krijgt in de volgende oefening steeds twee zinnen.

Maak van twee zinnen één samengestelde zin.

Schrijf steeds de hele zin op.


Gebruik een van de volgende voegwoorden:

hoewel - nadat - omdat - toen - zodat

Slide 10 - Slide

Miriam opende het bestand.
Ze had het gescand.

Voegwoorden:

hoewel - nadat - omdat - toen - zodat

Slide 11 - Open question

Dagmar had veel getraind.
Ze heeft de marathon niet uitgelopen.

Voegwoorden:

hoewel - nadat - omdat - toen - zodat

Slide 12 - Open question

De lerares wees Peter op een fout.
Hij was op zijn teentjes getrapt.

Voegwoorden:

hoewel - nadat - omdat - toen - zodat

Slide 13 - Open question