6.5 Aanpassing bij dieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t, mavo
• Leerjaar 3

6.5 Aanpassing bij dieren

Even herhalen

Welke stoffen worden gemaakt bij fotosynthese?

Welke stoffen heb je nodig bij verbranding?

Geef een voorbeeld van een energiearme stof?

Wat is het verschil tussen een voedselketen en een voedselweb?

Welke schakel is de consument van de 2e orde?

Wat zijn abiotische factoren en wat zijn biotische factoren?

Kun je de niveaus van ecologie benoemen?

Leerdoelen

6.5.1 Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving.

Aanpassingen bij dieren

- Organismen zijn op veel manieren aangepast aan hun milieu (leefomgeving).

Aanpassingen bij waterdieren 

Vissen zijn op vier manieren aangepast aan het leven in het water:

1. Met de kieuwen haalt een vis zuurstof uit het water.

2. De vinnen gebruikt een vis bij het zwemmen.

3. De huid van een vis is vaak bedekt met schubben en een laag slijm.

4. De lichaamsvorm van een vis is gestroomlijnd. Hierdoor kan een dier gemakkelijker door het water zwemmen. Ook vogels en zoogdieren die in het water leven, zijn gestroomlijnd. 

Schutkleur

• Als ze onder hun prooi zwemmen, vallen ze niet op, want de zee onder hen is ook donker.

• Als ze boven hun prooi zwemmen, heeft de witte buik ongeveer dezelfde kleur als het zonlicht boven het water

Aanpassingen bij landdieren

- Het lichaam dragen op het land gaat veel zwaarder. 

- Dieren op het land hebben daarom stevige poten en een zwaarder skelet. 

- Dieren die aanpassen aan temperatuur. 

Poten van landzoogdieren

• Een zoolganger loopt op de hele voetzool  Hierdoor ontstaat een beter evenwicht. Ook zakt een zoolganger hierdoor niet snel weg in een zachte bodem.

• Een teenganger loopt op de tenen . Hierdoor kan een teenganger snel lopen.

• Een hoefganger loopt op de toppen van de tenen.. De teen is bedekt met een hoef. Een hoefganger kan nog sneller lopen.

Aanpassingen bij vogels

Bij vogels zijn zowel de poten als de snavels aangepast aan hun omgeving. 

maken

blz. 101

opdr. 1 t/m 7

Geef een voorbeeld van een aanpassing van een waterdier:

Geef een voorbeeld van een aanpassing van een landdier:

Geef een voorbeeld van een aanpassing van een vogel:

Heb je de doelen behaald?

6.5.1 Je kunt uitleggen hoe dieren zijn aangepast aan hun leefomgeving.