Je kunt uitleggen dat:
- Wanneer een lampje brandt
- Wanneer er stroom loopt
- Voorbeelden geven wanneer er stroom loopt
- Een stroomkring tekenen
- De symbolen voor de spanningsbron, draadje, lamp en schakelaar benoemen
- Uitleggen welke stoffen stroom geleiden en welke isoleren
- Uitleggen hoe je een lampje op een spanningsbron kan aansluiten
- Uitleggen wanneer je een serieschakeling hebt en wanneer een parallelschakeling en hoe de stroom in deze schakelingen lopen