H4 Traditie en cultuur

Tradities in Culturen
Burgerschap

Lesdoel: Ik kan voorbeelden noemen van dignen die bij (mijn) cultuur horen. 
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WOISK

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Tradities in Culturen
Burgerschap

Lesdoel: Ik kan voorbeelden noemen van dignen die bij (mijn) cultuur horen. 

Slide 1 - Slide

Goedemorgen! 
Maak je begintaak. Je mag samenwerken.

Schrijf de antwoorden op. Welke feesten ken je?
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Wat is een traditie?
Gewoontes ->  ene generatie naar andere generatie. 

Dus iets 1 x doen = geen traditie. 

Slide 5 - Slide

Wat is een voorbeeld van een traditie?
A
Sinterklaasfeest
B
Kleding kopen
C
Erwtensoep) eten in de winter
D
Naar de dierentuin gaan

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Video

Geboorte
Een Nederlandse traditie bij de geboorte van een zoon of een dochter. 

Wat zie je?

Slide 8 - Slide

Geboorte
Hoe vieren mensen een geboorte in jouw moederland?

Met eten? kleren? geld? familie? 

Slide 9 - Slide

Oliebollen
Vuurwerk

Slide 10 - Slide

Welke traditie?
Mensen eten oliebollen en steken vuurwerk af in Nederland.
A
Kerst
B
Pasen
C
Sint Maarten
D
Oud en Nieuw

Slide 11 - Quiz

Hoe vieren ze in het land waar jij geboren bent oud en nieuw?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Video

Traditionele kleding

Vroeger hadden mensen deze kleding aan.  Nu zie je dat niet zoveel meer. Dit noem je traditionele kleding.

Slide 14 - Slide

Traditionele kleding

Hoe ziet traditionele kleding eruit in het land waar jij geboren bent?

Slide 15 - Slide

Zoek een foto van traditionele kleding uit het land waar jij geboren bent.

Slide 16 - Open question

Opdracht!
Kies een traditie uit jouw geboorteland

1. Wat is de naam?
2. Wat vieren de mensen?  
3. Heb je een foto? 

Plak dit in een PowerPoint. Lever dit in bij de juf. 

Slide 17 - Slide




Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Traditie van klein naar groot
- Gezin
- Familie
- Stad
- Land
- Wereld (bijvoorbeeld geloof, religie)

Opdracht: probeer bij allemaal een voorbeeld te schrijven

Slide 20 - Slide