voorbeelden mannelijke lidwoorden
le camping =
de camping |
un camping =
een camping
le garage = de garage | un garage = een garage
le restaurant = het restaurant | un restaurant = een restaurant
le trottoir = het trottoir/ de stoep | un trottoir = een trottoir
le terrain de foot = het voetbalveld | un terrain de foot = een voetbalveld
l'hôtel = het hotel | un hôtel = een hotel
(let op: le + hotel = klinkerbotsing,
want voor Fransen is de h als het ware een klinker, daarom l' vóór de h)