hst 3 paragraaf 4 "waterkracht"

hst 3.4 "Waterkracht"
1 / 24
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

hst 3.4 "Waterkracht"

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de werking van een waterkrachtcentrale beschrijven.
  • Je kunt zwaarte-energie beschrijven.
  • Je kunt de zwaarte-energie van een voorwerp berekenen.
  • Je kunt het rendement van een waterkrachtcentrale berekenen.

Slide 2 - Slide

vandaag
Huiswerkcontrole
vragen samen behandelen uit 3.2 / 3.3
filmpje
samen lezen
lezen
uitleg over 3.4

Slide 3 - Slide

Maximaal 3 vragen van § 3.3

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

benoem A t/m H

Slide 7 - Slide

A – reservoir, B – krachtcentrale, C – turbine, D – generator, E – inlaat, F – leiding, G – hoogspanningskabels, H – rivier
De waterkrachtcentrale Linne met een capaciteit van 11 MW bevindt zich op slechts enkele kilometers van de Clauscentrale. De centrale heeft vier Kaplan-waterturbines en produceert voldoende groene stroom voor ongeveer 9.000 huishoudens. Voor trekkende vissoorten is een vistrap en een vis-bypass aangelegd.

Slide 8 - Slide

We gaan nu § 3.4 lezen
Bladzijde 60 en 61

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Zwaarte energie

Ez = m · g · h

Ez = zwaarte energie in Joule (J)

m = massa in kilogram (kg)

g geeft aan hoe hard er aan elke kg wordt getrokken
op aarde is dit afgerond 10 N/kg (in NL 9,81 N/kg)

h = hoogte in meter (m)

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Oefen vraag

Een schooltas met een massa van 3,5 kg wordt anderhalve meter opgetild. Bereken hoeveel zwaarte energie deze schooltas heeft gekregen.


Probeer hem zelfstandig te maken. Je hebt 2 minuten de tijd.

timer
2:00

Slide 14 - Slide

Oplossing
  1.  schrijf de formule op 
  2. Vul de formule in 
  3. +4 antwoord met eenheid 
   5. Eindzin. De tas heeft 52,5 J zwaarte energie gekregen.
   6. Controleer altijd of de eenheden goed zijn.
        Check ook het stappenplan. En is je antwoord logisch?

Ez=mgh
Ez=3.5101.5
Ez=52,5J

Slide 15 - Slide

Zwaarte energie
Maak nu individueel vraag 54 t/m 58 op b.l.z 111 & 112.
niet alles af dan is de reste is huiswerk.

Slide 16 - Slide

Met Ez = m x g x h bereken je.....
A
de zwaartekracht
B
de zwaarte energie
C
de hoogte
D
de massa

Slide 17 - Quiz

Vul het ontbrekende woord in:
In een dynamo wordt .......... energie omgezet in elektrische energie!
A
chemische
B
bewegings
C
elektrische

Slide 18 - Quiz

5 liter water valt van een hoogte van 7 meter naar beneden. Bereken de zwaarte-energie
A
350 joule
B
3500 joule
C
35 watt
D
350 watt

Slide 19 - Quiz

Fossiele energie is chemische energie, maar wat is geen fossiele energie in dit rijtje?
A
Aardgas
B
Biogas
C
Aardolie
D
Steenkool

Slide 20 - Quiz

De formule voor zwaarte energie is:
A
Ez = P x t
B
Ez = m x g
C
Ez = U x I
D
Ez = m x g x h

Slide 21 - Quiz

De eenheid van energie is
A
Joule
B
Watt
C
Kilogram
D
Liter

Slide 22 - Quiz

Welke vormen van Energie zijn er op aarde?
A
Belasting, vermogen en schulden.
B
Suikers, drop, RedBull, zuurtjes.
C
Warmte, mechanische, elektrische en straling.
D
Bruine, blauwe, groen/geel en zwart.

Slide 23 - Quiz

Reflectie

Schrijf op een papiertje:

  • Wat vond je leuk / positief aan deze les?
  • Heb je een tip / verbeterpunt?

Breng die maar naar mij wanneer je naar buiten loopt.

Slide 24 - Slide