Zakelijke correspondentie lj2MOH

Welkom


                Zakelijke correspondentie
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom


                Zakelijke correspondentie

Slide 1 - Slide

Zakelijke correspondentie

Slide 2 - Mind map

Deze periode drie soorten brieven
  • verzoek om informatie of verzoek om iets te doen
  • Klacht
  • Sollicitatie

In de vorm van een zakelijke e-mail of brief.

Slide 3 - Slide

Vandaag
- Theorie zakelijke e-mail 
- Maken opdracht e-mail met verzoek iets te doen

Slide 4 - Slide

Conventies zakelijke e-mail
  • Aan:
  • CC:
  • Onderwerp:
  • Aanhef                  (Geachte heer/mevrouw)
  • Inleiding               (Vertel waar je e-mail over gaat)
  • Kern                        (Beargumenteer! )
  • Slot                          (Vertel wat je graag zou willen) 
  • Slotformule         (Met vriendelijke groet, )
  • Jouw naam    

Slide 5 - Slide

Met welk woord begint de aanhef van een zakelijke e-mail altijd?
A
Beste
B
Geachte
C
Hallo
D
Beste of Geachte

Slide 6 - Quiz

Schrijfwijze van namen in de aanhef


Geachte mevrouw Sluis,
Geachte mevrouw Sluis - van Wiel,
Geachte mevrouw De Waag - Dekkers,
Geachte mevrouw Van Geest - van der Togt,
Geachte heer Wagemakers,
Geachte heer Van 't Lam,

Slide 7 - Slide

Je schrijft de zakelijke e-mail aan Lars Wouters. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte meneer Wouters,
B
Geachte Lars Wouters,
C
Geachte heer,
D
Geachte heer Wouters,

Slide 8 - Quiz

Je schrijft de zakelijke e-mail aan de klantenservice van de Hema. Welke aanhef gebruik je?
A
Geachte klantenservice,
B
Geachte Hema,
C
Geachte heer, mevrouw,
D
Geachte medewerker,

Slide 9 - Quiz

De beschrijving van het onderwerp of de aanleiding van de brief of e-mail vind je in:
A
de inleiding
B
de kern
C
het slot

Slide 10 - Quiz

Kern (twee of drie alinea's)  
Wat schrijf je in de kern (het middenstuk)?

Wat je precies wilt weten.
Eventueel een beschrijving van wat je wilt ontvangen. 

Slide 11 - Slide

Slot (één alinea) 
Wat schrijf je in het slot? 

 Omschrijving van wat er van de lezer verwacht wordt en/ of wat de lezer kan verwachten. 

Dankwoord of passende afsluiting

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Waar moet je op letten...
- E-mailadres ontvanger genoemd?
- Staat er een onderwerp in de onderwerpregel en past dit bij de inhoud?
- Begint de e-mail met een beleefde aanhef?
- Staat in de inleiding waarom je deze mail stuurt?
- Staat in het middenstuk (kern): wie, wat, waar, waarom, waarover..?
- Weet de lezer van jouw e-mail hierdoor goed wat jij van hem verwacht?
- Eindigt de e-mail met een beleefde slotgroet?
- Hoe is de spelling en formulering? Varieer je in woordgebruik?
- Punten, komma's, netjes taalgebruik en verdeeld in alinea's?
- Zijn alle gevraagde punten in de e-mail verwerkt?
- Bestaat de e-mail uit minimaal 100 woorden?




Slide 15 - Slide

Afsluiting les 

Slide 16 - Slide

Welkom


                Zakelijke correspondentie

Slide 17 - Slide

Vandaag
- Theorie zakelijke brief 
- Maken opdracht sollicitatiebrief en cv

Slide 18 - Slide

De inleidende zin
  • In de inleidende zin vertel je altijd waarom je de e-mail schrijft.
  • Als in de opdracht staat dat je jezelf moet voorstellen, dan doe je dat ook in de inleidende zin.

Slide 19 - Slide

Het middenstuk
  • Je zakelijke e-mail bestaat altijd uit minimaal twee alinea's in het middenstuk. 
  • In deze alinea's beschrijf je 
  • Maak gebruik van de situatiebeschrijving om de verplichte punten te verwerken. 
  • Staat de info niet in de situatieomschrijving? Bedenk het dan zelf! 
  • Beschrijf deze punten kort en bondig. 
  • Gebruik makkelijke taal! Zo voorkom je spelfouten.

Slide 20 - Slide

Afsluitende zin
In de afsluitende zin sluit je de e-mail netjes af. 
  • Ik hoop spoedig van u te horen.
  • Ik ontvang graag snel een reactie.
  • Ik vraag u om binnen twee weken te reageren.

Slide 21 - Slide

Afsluiting en naam
  • Met vriendelijke groet,

Sluit af met je voornaam en achternaam.

Slide 22 - Slide