12.5 Mutaties en evolutie

1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Mutaties

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Slide 5 - Slide

DNA verdubbelen
De genetische code wordt gekopieerd
Daarna kan celdeling plaatsvinden

Slide 6 - Slide

Gewone celdeling (mitose)

Slide 7 - Slide

Mutaties
Een verandering van de genetische code door een veranderd DNA-molecuul

Slide 8 - Slide

Sikkelcelanemie
De rode bloedcellen kunnen van vorm veranderen.

Slide 9 - Slide

Daisy heeft sikkelcel-anemie. Bij iemand met sikkelcel-anemie bevatten de rode bloedcellen een afwijkende vorm van hemoglobine. Daardoor kunnen de cellen niet goed functioneren. Sikkelcel-anemie wordt veroorzaakt door een recessief gen (a).
Een tante en een oom van Daisy zijn beiden heterozygoot voor het gen da sikkelcel-anemie veroorzaakt. Ze verwachten samen een kind. Hoe groot is de kans dat dit kind sikkelcel-anemie krijgt?
A
0%
B
25%
C
50%
D
100%

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Kwaadaardige tumor met uitzaaiing

Slide 18 - Slide

Hoe kan het fenotype op natuurlijke wijze veranderen?
Mutatie = spontane verandering in het DNA (genotype)
Gevolg = variatie (mutatie moet dan wel in een zaadcel/eicel gebeuren)

Hoe werkt evolutie?

Slide 19 - Slide

Evolutie - Hoe dan wel?
Mutatie leidt tot variatie -  dankzij erfelijke mutatie
Survival of the fittest- alleen als je nek lang genoeg is, kan je bij het eten (boom) en overleef je
Natuurlijke selectie - als je het overleeft, kan jij je voortplanten. De natuur (boomlengte) selecteert wie het overleeft.
Isolatie - Niet stiekem toch blijven kruisen met kortere giraffes - je isoleert je van de ouder groep

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video