Opdr. 31ab, p.60 (De Huismijt)
'Huismijten zijn piepklein (ca. 0,3 mm) en met het blote oog niet waarneembaar. Ze leven het prettigste te midden van stof en voeden zich met de huidschilfers van mensen en dieren. Ze leven in een enorme groepen: in één gram huisstof vertoeven gemiddeld zo'n 15.000 mijten. Tapijten, gordijnen, vloerbedekking en matrassen vormen hun woonplaats. Maar omdat een mens per dag ongeveer 1 gram huidschilfers verliest, vormt vooral het hoofdkussen van een bed de plek waar ze zich met duizenden ophouden.
Huismijten horen bij het normale leefmilieu van iedere woonruimte. Door vaak poetsen en wassen van lakens etc. kun je hun aantal enigszins beperken. Echt uitroeien is onmogelijk.
De huismijt wordt slechts enkele maanden oud, maar tijdens die periode produceert zij tot
200 maal haar eigen gewicht in uitwerpselen. Het zijn die uitwerpselen die voor lichamelijke problemen bij de mens zorgen zoals problemen met de ademhaling, oog- en neusontstekingen en huiduitslag.'