KD Bino: lesweek 4

1 / 28
next
Slide 1: Slide
KD binoculair zienMBOStudiejaar 3

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Leerdoelen week 4
Aan het einde van deze week kun je:
  • de verschillende oogspieren benoemen.
  • de functies van de verschillende oogspieren benoemen.
  • de drie oogzenuwen benoemen.
  • de functies van de drie oogzenuwen benoemen.
  • de verschillende oogspier balanstesten benoemen en uitvoeren.

Slide 2 - Slide

Opdracht
Herhaling van vorige les.
Wat heb je onthouden?
Probeer de volgende vragen te maken, zonder terug te kijken in je aantekeningen.

Slide 3 - Slide

Wat zijn mogelijke oorzaken van scheelzien?

Slide 4 - Open question

Wat zijn de gevolgen van scheelzien?

Slide 5 - Open question

Wat wordt onderzocht met de ducties?

Slide 6 - Open question

Wat wordt bedoeld met versie?

Slide 7 - Open question

Wanneer beide ogen naar rechts kijken, noemen we dat...

Slide 8 - Open question

Wanneer beide ogen naar beneden kijken, noemen we dat...

Slide 9 - Open question

Wat zijn vergenties?

Slide 10 - Open question

De belangrijkste oogspierfuncties
De horizontale rechte oogspieren:
- binnenste rechte oogspier
- buitenste rechte oogspier

Deze spieren bewegen het oog in de horizontale richting: naar links en naar rechts.

Slide 11 - Slide

De belangrijkste oogspierfuncties
De verticale rechte oogspieren:
- bovenste rechte oogspier
- onderste rechte oogspier

Deze spieren bewegen het oog in de verticale richting: naar beneden en naar boven.

Slide 12 - Slide

De belangrijkste oogspierfuncties
De schuine oogspieren:
- bovenste schuine oogspier
- onderste schuine oogspier

Deze spieren hebben met name een torsionele (kantelen) en verticale werking.

Slide 13 - Slide

Overzicht oogspieren en beweging
Buitenste rechte oogspier

Samentrekken van de musculus rectus lateralis.
- Abductie (draaiing temporaal).

Slide 14 - Slide

Overzicht oogspieren en beweging
Binnenste rechte oogspier

Samentrekken van de musculus rectus medialis.
- Adductie (draaiing nasaal).

Slide 15 - Slide

Overzicht oogspieren en beweging
Bovenste rechte oogspier

Samentrekken van de musculus rectus superior.
- Draaiing naar boven.
- Draaiing naar binnen (incycloductie).
- Adductie (nasaal).

Slide 16 - Slide

Overzicht oogspieren en beweging
Onderste rechte oogspier

Samentrekken van de musculus rectus inferior.
- Draaiing naar beneden.
- Draaiing naar buiten (excycloductie).
- Adductie (nasaal).

Slide 17 - Slide

Overzicht oogspieren en beweging
Bovenste schuine oogspier

Samentrekken van de musculus obliquus superior.
- Draaiing naar beneden.
- Draaiing naar binnen (incycloductie).
- Abductie (temporaal).

Slide 18 - Slide

Overzicht oogspieren en beweging
Onderste schuine oogspier

Samentrekken van de musculus obliquus inferior.
- Draaiing naar boven.
- Draaiing naar buiten (excycloductie).
- Abductie (temporaal).

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Oogspierfuncties
Oogspier
Primaire werking
Secundaire werking
Tertiiare werking
M. rectus lateralis
Abductie
-
-
M. rectus medialis
Adductie
-
-
M. rectus superior
Elevatie
Incylcoductie
Adductie
M. rectus inferior
Depressie
Excycloductie
Adductie
M. obliquus superior
Incycloductie
Depressie
Abductie
M. obliquus inferior
Excycloductie
Elevatie
Abductie

Slide 21 - Slide

Innervatie
De oogspieren worden aangestuurd (geïnnerveerd) door hersenzenuwen.
 

De hersenen bestaan uit de grote hersenen, de kleine hersenen en de hersenstam. 
De hersenstam is de oorsprongsplaats van de twaalf hersenzenuwen. 
Twaalf hersenzenuwen verbinden de hersenen met receptoren en effectoren in hoofd en hals.

Voor het aansturen van de oogspieren zijn drie van de twaalf hersenzenuwen van belang.

Slide 22 - Slide

Nervus III = nervus oculomotorius
De oogbewegingszenuw is een motorische (bewegings)zenuw.
De NIII innerveert de:
- Bovenste rechte oogspier
- Binnenste rechte oogspier
- Onderste rechte oogspier
- Onderste schuine oogspier
- Musculus ciliairis
- Musculus sphincter pupillae
- Musculus levator palpebrae

Slide 23 - Slide

Nervus IV = nervus trochlearis
De katrolzenuw is een motorische zenuw en stuurt de katrolspier.
De NIV innerveert de:
- Bovenste schuine oogspier

Slide 24 - Slide

Nervus VI = nervus abducens
De buitenste oogspierzenuw is een motorische zenuw.
De NVI innerveert de:
- Buitenste rechte oogspier

Slide 25 - Slide

Oogspier balanstesten
Met een oogspierbalanstest controleren we subjectief de waarde van een heteroforie of heterotropie (scheelstand).

De forie- of tropiemeting kan onderverdeeld worden in:
- Testen zonder fusie
- Testen met fusie


De verschillende oogspier balanstesten zijn al eerder besproken tijdens de refractie theorielessen.
Op bladzijde 45 tot en met 56 van de reader 'binoculaire verdieping en vooronderzoek' kan je deze informatie nogmaals nalezen.

Slide 26 - Slide

Leerdoelen week 4
Aan het einde van deze week kun je:
  • de verschillende oogspieren benoemen.
  • de functies van de verschillende oogspieren benoemen.
  • de drie oogzenuwen benoemen.
  • de functies van de drie oogzenuwen benoemen.
  • de verschillende oogspier balanstesten benoemen en uitvoeren.

Slide 27 - Slide

De leerdoelen van deze week zijn duidelijk:
😒🙁😐🙂😃

Slide 28 - Poll