Bedreiging / Diefstal / Verduistering

Dagopening
Lezen Johannes 10 1-14
Herder of rovers en dieven?
Zingen psalm 23:1
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BeveiligingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Dagopening
Lezen Johannes 10 1-14
Herder of rovers en dieven?
Zingen psalm 23:1

Slide 1 - Slide

deze les..


-dagopening
-check in
-quiz
-uitleg bedreiging
-uitleg diefstal
-uitleg verduistering
-gezamenlijk opdrachten maken

Slide 2 - Slide

Bedreiging art 285 strafrecht
Diefstal 310 strafrecht
Verduistering 321 strafrecht
Verduistering in dienstbetrekking 322 strafrecht

Slide 3 - Slide

Leerdoelen
-je kan uitleggen wat juridisch gezien
  • een bedreiging is
  • diefstal is
  • verduistering is
  • verduistering in dienstbetrekking is

Slide 4 - Slide

Wie heeft er zin in de les?
ik! natuurlijk!
poeh, had liever in mn bed blijven liggen..

Slide 5 - Poll

Wie is de wetgevende macht?

Slide 6 - Open question

rechtsprekende macht heeft drie rechtscollege's. Wat is geen rechtscollege?
A
de rechtbank
B
het gerechtshof
C
advocatenbureau
D
de hoge raad

Slide 7 - Quiz

de belangrijkste wet van nederland is
A
wetboek van strafrecht
B
burgerlijk wetboek
C
grondwet
D
wegenverkeerswet

Slide 8 - Quiz

Je hebt publiek en privaat recht.
Strafrecht is een onderdeel van..
A
Publiekrecht
B
Privaatrecht

Slide 9 - Quiz

Je hebt drie machten..
De wetgevende, de rechtsprekende en uitvoerende macht. Wie zijn de uitvoerende macht?
A
boa's politie
B
rechters
C
eerste en tweede kamer

Slide 10 - Quiz

Wat is het verschil tussen misdrijven en overtredingen?

Slide 11 - Open question

poging tot overtreding is strafbaar
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

Strafuitsluitingsgronden
A
Ontoerekeningsvatbaar
B
Overmacht
C
Per ongeluk
D
Noodweer

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

art 285 strafrecht
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht, met gijzeling, met zware mishandeling of met brandstichting.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Artikel 310 SR
Hij die enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort wegneemt, met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, wordt, als schuldig aan diefststal.

Slide 17 - Slide

Artikel 321 Verduistering
Hij die opzettelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort en dat hij anders dan door misdrijf onder zich heeft, wederrechtelijk zich toeëigent, wordt, als schuldig aan verduistering.

Slide 18 - Slide

Aan welke drie eisen moet zijn voldaan om een bedreiging strafbaar te maken? Welke is gaat niet op?



A
Alleen de concrete bedreigingen die in artikel 285 worden genoemd, zijn strafbaar.
B
De bedreiging moet op personen zijn gericht.
C
bij de bedreigde moet ook bang zijn dat het gebeurd
D
Er moet met opzet zijn bedreigd.

Slide 19 - Quiz

Wat is een voorbeeld van een echte bedreiging
A
Nu maak ik je dood
B
Ik ben er klaar mee, ik pak je
C
Wat is een voorbeeld van een strafbare bedreiging? Nu maak ik je dood. Volgens mij heb jij een leuke dochter.
D
Kom maar eens langs als je durft.

Slide 20 - Quiz

wanneer is een bedreiging niet strafbaar?
A
als hij niet in art 285 wordt genoemd
B
als er geen bloed vloeit
C
als het in het daglicht gebeurd
D
als het niet schriftelijk is

Slide 21 - Quiz

Noem wat elementen die belangrijk zijn bij diefstal

Slide 22 - Mind map

...met het 'oogmerk' om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Oogmerk betekent..

Slide 23 - Open question

Wat betekent in artikel 310 ‘wederrechtelijk’?





A
Het mag niet volgens het geschreven recht.
B
C
Je hebt het strafbare feit gezien.
D
Het is gedaan met opzettelijke bedoeling.

Slide 24 - Quiz

je bent beveiliger.. een mevrouw komt naar je toe en geeft aan dat haar portemonnee is gerold. We spreken dan van..
A
diefstal
B
verduistering
C
D
slordigheid

Slide 25 - Quiz

wat is het grote verschil tussen verduistering en diefstal

Slide 26 - Open question

Geef een voorbeeld waarin iemand verdachte is van 'verduistering in dienstbetrekking'

Slide 27 - Open question