rekenen kaartjes

D€N
Iets uitdrukken in een percentage?
bijvoorbeeld
hoeveel procent is € 15,- van € 490,-
deel        geheel
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

D€N
Iets uitdrukken in een percentage?
bijvoorbeeld
hoeveel procent is € 15,- van € 490,-
deel        geheel

Slide 1 - Slide

Hoeveel is 30% van € 120,-?
€ 
120
%
100
1
30
delen door 100
delen door 100
keer 30
keer 30
D€N

Slide 2 - Slide

Als 80% € 130,- is, hoeveel is dan 100%?
€ 
130
%
100
1
80
delen door 80
keer 100
keer 100
delen door 80
D€N

Slide 3 - Slide

D€N
Je krijgt 15% korting op iets wat normaal € 360,- kost, hoeveel is dan de korting?
€ 
360
130
%
100
1
15
keer 15
delen door 100
delen door 100
keer 15

Slide 4 - Slide

D€N
Je krijgt 15% korting op iets wat normaal € 360,- kost, hoeveel moet je nu betalen?
€ 
360
130
%
100
1
85
keer 85
delen door 100
delen door 100
keer 85
(100-15=85%)
of € 360,- 
min de 15% korting

Slide 5 - Slide

D€N
Hoe lang moet je sparen om iets te kunnen kopen?
bijvoorbeeld
€ 12,- per week
€ 360,-
Hetgeen je kunt sparen is bekend
Het bedrag waarvoor je iets wilt kopen is bekend

Je moet dan 360 delen door 12
(dit is dan het aantal weken dat gespaard moet worden)

Slide 6 - Slide

D€N
Hoe moet je geld omrekenen?
1 jaar =
365 dagen
52 weken
12 maanden
4 kwartalen
Stap 1
reken het bedrag uit per jaar
Stap 2
reken het bedrag uit naar de gevraagde periode

Slide 7 - Slide

D€N
Gemiddelde berekenen?
bijvoorbeeld:
5,3  6,6  7,1
Stap 1
alle getallen bij elkaar optellen
Stap 2
delen door het aantal getallen
5,3+6,6+7,1
3

Slide 8 - Slide

D€N
Procentuele verandering berekenen?
bijvoorbeeld
vorig jaar koste het € 75,- nu € 84,-
oud        nieuw
D€N

Slide 9 - Slide

Nieuw saldo berekenen:
oude saldo + ontvangsten - uitgaven 
Saldo kan positief of negatief zijn
een creditsaldo, je hebt geld op de bank staan
een debetsaldo, je staat in de min
D€N

Slide 10 - Slide

Rente berekenen
Enkelvoudig



Samengesteld




100KxPxJ
1200KxPxM
5200KxPxW
36500KxPxD
K = spaarbedrag
R = rentepercentage
J = aantal jaren
M = aantal maanden
W = aantal weken
D = aantal dagen
       keer
Kx(1+p)
100KxPxJ
=
n
Formule om de eindwaarde te berekenen:

De rente = 
            eindbedrag - spaarbedrag
K = spaarbedrag
p = perunage
rentepercentage in een getal (50% is 0,5)
n = aantal jaar

Slide 11 - Slide

Kredietkosten
termijnbedrag x aantal termijnen
-
bedrag van krediet
D€N

Slide 12 - Slide

Vreemd geld
Bij aankoop: 
bedrag waarvoor je wilt kopen delen door de aankoopkoers

Bij verkoop:
bedrag in buitenlandse valuta delen door de verkoopkoers
D€N

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Verzekeringskosten
Premie + Poliskosten
over die twee de assurantiebelasting berekenen
het totaal zijn de verzekeringskosten
D€N

Slide 15 - Slide

Premie woonhuisverzekering
verzekerd bedrag delen door 1.000
keer premietarief
D€N

Slide 16 - Slide

Schadevergoeding bij onderverzekering

verzekerd bedrag delen door de werkelijke schade
keer schadebedrag
D€N

Slide 17 - Slide

Geïndexeerd bedrag

bedrag in basisjaar delen door 100
keer indexcijfer
D€N

Slide 18 - Slide