Hoofdstuk 4 Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Hoofdstuk 4 
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging
1 / 21
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Hoofdstuk 4 
Ondersteunen bij persoonlijke verzorging

Slide 1 - Slide

Na dit hoofdstuk...
Weet je wat basiszorg is
Kun je hygiënisch werken
Weet je wat persoonlijke verzorging is
Ken je de begrippen autonomie en zelfredzaamheid
Weet je wat een sociaal netwerk is

Slide 2 - Slide

Wat is basiszorg?
Persoonlijke verzorging = alles wat iemand kan doen om ervoor te zorgen dat het lichaam goed wordt verzorgd

Tandenpoetsen
Douchen 
Haren wassen
Nagels knippen

Het aantrekken van schone kleding

Slide 3 - Slide

Hygiëne tijdens de basiszorg?
Hygiëne = 
alles wat je doet om besmetting en verspreiding van bacteriën en infecties te voorkomen

de basis van een goede gezondheidszorg
Het aantrekken van schone kleding

Slide 4 - Slide

Hygiëne tijdens handen wassen
Hygiëne heeft betrekking op de zorgvrager, maar ook op jou als zorgverlener

Onder handhygiëne verstaan we:
handen wassen 
handen desinfecteren 
handen verzorgen

Slide 5 - Slide

Handhygiëne  
Richtlijnen handhygiëne:

Knip de nagels kort en houd ze schoon
Kunstnagels zijn niet toegestaan
Nagellak is niet toegestaan
Draag geen hand/arm sieraden 


Slide 6 - Slide

Privacy en intimiteit
Privacy = een plek waar je je kunt terugtrekken en die je niet hoeft te delen met een ander. 

Intieme zone = minder dan 45 centimeter afstand tussen jou en de zorgvrager.

Slide 7 - Slide

Zelfstandig werken
Hoofdstuk 4:
4.1-4.6
blz 183-194
4.02 (blz 186 hoeft niet)
Daarna samen bespreken in de groep
timer
30:00

Slide 8 - Slide

Persoonlijke verzorging
1. Verzorging van de huid
2. Haarverzorging
3. Mondverzorging
4. Hulp bij het aan- en uitkleden
5. Hulp bij naar het toilet gaan
6. Hulp bij het eten en drinken

Slide 9 - Slide

Samen 4.7
Persoonlijke verzorging blz. 194-208

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

4.8 autonomie en zelfredzaamheid
Zelfredzaamheid = Als je voor jezelf kunt zorgen en jezelf kunt redden.

Autonomie = Als je onafhankelijk bent en zelf kunt bepalen hoe je je leven leidt.



Gevoel van eigenwaarde = Als je jezelf waardevol vindt, los van wat anderen ervan denken. 

Slide 18 - Slide

4.9 Sociale omgeving sociaal netwerk
Sociale steun = In contact met anderen ontvang je liefde, vriendschap, genegenheid en het gevoel dat je erbij hoort. 

Sociale steun krijg je van je sociale omgeving = sociaal netwerk. 

Slide 19 - Slide

4.10 samenwerken met mantelzorg
Mantelzorg = alle hulp aan een hulpbehoevende door iemand uit de directe sociale omgeving
Mantelzorger: 
is geen zorgverlener van beroep
heeft een persoonlijke band met de zorgvrager
is belangrijk in onze maatschappij
zorgt onbetaald voor een ziek familielid/vriend


Slide 20 - Slide

Zelfstandig werken:
Hoofdstuk 4 afmaken
blz. 183-218

Slide 21 - Slide