o Ik weet wat de invloed van de TECHNOLOGISCHE ONTWIKKELINGEN op de kunsten is (bv elektrisch licht, auto, treinen, radio) : montage-technieken
o Ik weet wat de ontwikkelingen en experimenten binnen film zijn: Eisenstein, Duits expressionisme, Hollywood, animaties
o Ik weet wat film als amusement is: Disney animatie, musicalfilm
o Ik ken de filmische middelen en kan ze toepassen