2E recensie 6 maart

Welkom bij Nederlands!
Telefoon thuis of in de kluis
Op tafel: leesboek + boek KERN, schrift, pen (of etui)

Kauwgum in de prullenbak
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!
Telefoon thuis of in de kluis
Op tafel: leesboek + boek KERN, schrift, pen (of etui)

Kauwgum in de prullenbak

Slide 1 - Slide

 lezen 
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Vandaag
Hoe schrijf je een recensie?
pauze
H3 §1 Een tweede taal....
Blooket
Einde les


Slide 3 - Slide

Doel
Je leert wat een recensie is en hoe je zelf een recensie moet schrijven. 
Je leert wat meertaligheid is en waarom het waardevol is om meerdere talen te spreken.

Slide 4 - Slide

Recensie schrijven

Slide 5 - Slide

Jullie hebben allemaal een boek gelezen.
Nu ga je schrijven wat je van het boek vond.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Iemand vraagt: ' wat is een recensie?'
wat zeg je dan?

Slide 8 - Open question

'Leuk' of 'stom' zijn geen beoordelingswoorden!

Slide 9 - Slide

Beoordelingwoorden
Om een oordeel te geven over je boek, moet je daar beoordelingswoorden aan geven. 
Dus wat vind je ervan?
In de volgende twee pagina's krijg je wat woorden om te gebruiken.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Hoe schrijf je een recensie
Je schrijft een recensie als je anderen wilt laten weten wat je van iets vindt (dat kan een boek, een film of een restaurant zijn). 

De lezer kan door het lezen van deze recensies een betere keus maken. 



Slide 13 - Slide

Een recensie heeft altijd drie onderdelen:

  • een inleiding: hierin vertel je om welk boek het gaat, wie de schrijver is en wat je beoordeling is. Je maakt de lezer nieuwsgierig.  Vertel in het kort iets over wat de meeste indruk op je maakte. Gebruik je beoordelingswoord zie verder op in deze les.

  • een middenstuk: Hierin  werk je het verhaal verder uit.  Denk daarbij aan het genre,  of je het verhaal al dan niet realistisch vindt en iets over de personen in het boek. Ook geef je je mening over het einde van het boek zonder het te verklappen. 

  • een slot of eindconclusie. 

Slide 14 - Slide

Aan de slag
Voor je het hele verhaal schrijft, maak je eerst een klein opzetje. 
Je schrijft woorden op die je belangrijk vindt, beoordelingswoorden. 
Dit doe je even op een apart blaadje.
Daarna maak je een kladversie met de eerste opzet. 

Slide 15 - Slide

Nu schrijf je iets over het genre
Leesboeken en verhalen heb je in veel  verschillende soorten. Dat noem je genre. Het onderwerp is vaak het belangrijkste hierin. 
Voorbeelden van genres zijn:
Avonturenverhaal, liefdesverhaal, probleemverhaal, historisch verhaal, biografie (beschrijving van iemands leven, meidenverhaal,  griezelverhaal.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Wat weet je van de personen in het boek?

Nu gaan we de personen beschrijven in het boek. Om te beginnen met de hoofdpersoon:
Wat weet je van hem?
  • Uiterlijk, hoe ziet de hoofdpersoon er uit? Denk aan lichaam, haar, kleding.
  • Karaktereigenschappen: aardig/ gemeen; actief/ wacht af; aggressief/ beheerst; angstig/ dapper.
  • Belangrijke kenmerken: leeftijd, gezondheid, arm of rijk.
Wat voor personen spelen nog meer een rol? Meestal weet je van hen minder, maar schrijf op wat je weet en wat de relatie is tot de hoofdpersoon.

Slide 18 - Slide

Vertel in je eigen woorden je mening over het boek

Slide 19 - Slide

conclusie
Vertel in een paar zinnen of je het boek aan iemand zou aanraden of niet. 
Je mag hierbij je eigen mening geven.
Ook beschrijf je kort voor wie je het boek geschikt acht.
Bijv. een boek over het leven van een popster, zal niet door iedereen gelezen worden maar wel door een fan van die popster. 

Let op de spelling (spellingscontrole) en de hoofdletters van eigen namen. 

Heel veel succes


Slide 20 - Slide

Noem zoveel mogelijk beoordelingswoorden!
timer
1:00

Slide 21 - Open question

Waar moet een goede recensie volgens jou aan voldoen?

Slide 22 - Open question

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig
Wat?
Opdracht 1 tot en met 5
Hoe?
Oefenboek blz 66
Hulp?
Docent
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Drillster §3.1 tm 3.6

Slide 23 - Slide

Korte pauze.......
timer
5:00

Slide 24 - Slide

Oefeningen
Wie?
Zelfstandig
Wat?
Opdracht 3 tot en met 12 
Hoe?
Oefenboek blz 48-51
Hulp?
Docent
Uitkomst?
Je beheerst de leerdoelen.
Klaar?
Drillster §3.1

Slide 25 - Slide

Lees je boek nog eens door (of uit)
Bekijk op internet eens wat recensies.
Bedenk voor jezelf alvast wat je wilt vertellen in je recensie.

Slide 26 - Slide