This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
De Tweede Wereldoorlog
1. Het begin en de eerste fase tot eind 1941
Slide 1 - Slide
Tweede Wereldoorlog op het examen
Veel kennisvragen (laten zien wat je weet van de begrippen, personen en gebeurtenissen)
Gebeurtenissen in afbeeldingen, kaarten en bronnen herkennen
Waardeoordeel kunnen geven vanuit verschillende gezichtspunten
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
De aanleiding van de Tweede Wereldoorlog in Europa was de:
A
Anschluss
B
bezetting Sudetenland
C
aanval op Tsjechië
D
aanval op Polen
Slide 7 - Quiz
Slide 8 - Slide
1940
Geallieerden
AS-mogendheden
Groot-Brittannië
Verenigde Staten
Duitsland
Sovjet-Unie
Italië
Frankrijk
Slide 9 - Drag question
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Hoe wordt de Duitse tactiek aan het begin van de Tweede Wereldoorlog genoemd?
A
Von Schlieffenplan
B
Operatie Barbarossa
C
Blitzkrieg
D
Loopgravenoorlog
Slide 13 - Quiz
Battle of Britain (Slag om Engeland): herfst 1940
Operatie ‘Zeeleeuw’ : de invasie van Groot-Brittannië.
De Duitse luchtmacht probeert de Britse luchtmacht en marine uit te schakelen => daarna met Duitse marine een invasie mogelijk
Door Poolse radartechnologie kunnen de Britten zich goed verdedigen
De luftwaffe faalt en Groot-Brittannië blijft vrij
Slide 14 - Slide
Slag om Engeland is een succes voor Hitler
A
Waar
B
Niet waar
Slide 15 - Quiz
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Slide
Tijdens het veroveren van Oost-Europa wordt geëxperimenteerd met het doden van grote groepen Joden
In Oost-Europa wonen miljoenen Joden, met name in Polen, de Oekraïne en Rusland. Ook de niet-Joden in deze gebieden worden als Üntermenschen gezien
Veel executies gebeuren door de SS-Einsatzgruppen
Slide 18 - Slide
Het vele moorden zorgt ervoor dat soldaten minder goed bevelen opvolgen. Bovendien kost het veel munitie...
In Berlijn gaan de nazi's nadenken over een praktische manier om de Joden uit te roeien.
Slide 19 - Slide
Situatie eind 1941
Het Duitse Rijk is op zijn grootst.
Slide 20 - Slide
Met welk land sloot Hitler voor de Tweede Wereldoorlog een niet-aanvalspact?
A
Frankrijk
B
Groot-Brittannië
C
Sovjet-Unie
D
Tsjechoslowakije
Slide 21 - Quiz
Keerpunten in de oorlog
1. Pearl Harbor
2. Stalingrad
3. D-Day
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Slide
Ondertussen in de Sovjet-Unie...
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Slide
Slide 26 - Slide
Slide 27 - Slide
Slide 28 - Slide
Slide 29 - Slide
Slag om Arnhem september 1944
De geallieerden denken via Arnhem gemakkelijk Duitsland binnen te kunnen vallen.
Ze gaan ervan uit dat Arnhem niet zwaar verdedigd wordt en sturen onervaren parachutisten zodat deze ook eens in actie kunnen komen...
Arnhem is de plek waar op dat moment Duitse divisies uitrusten van D-Day.
Het wordt een bloedbad...
Slide 30 - Slide
In december 1944 lanceert Duitsland nog een laatste wanhopig offensief in de Ardennen. Het baat niet meer. Ze worden verslagen
Slide 31 - Slide
• Omringd door Russische, Engelse en Amerikaanse legers valt in mei 1945 Berlijn.
• Hitler pleegt zelfmoord.
• De overgebleven bevelhebbers tekenen de overgave van Duitsland.
Slide 32 - Slide
Ondertussen in Azië...
De VS strijdt tegen Japan
Eilandje voor eilandje moet worden veroverd
Dit kost enorm veel manschappen en om de oorlog sneller te beëindigen maakt de VS gebruik van een nieuw wapen...
Slide 33 - Slide
Atoombom op Hiroshima
6 augustus 1945
Eerste keer dat dit massavernietigingswapen werd gebruikt.
Tienduizenden Japanse burgers 'verdampten'
Slide 34 - Slide
Atoombom op Nagasaki
9 augustus 1945
Japanse regering gaf zich na de eerste atoombom niet over dus toen kwam de tweede atoombom op Nagasaki.
Slide 35 - Slide
Capitulatie van Japan
15 augustus 1945
Na de verwoesting door de twee Amerikaanse atoombommen, kan Japan niets anders doen dan zich over te geven aan de Geallieerden.
Slide 36 - Slide
Waarmee begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Inname van Oostenrijk
door Hitler
B
Toevoegen Sudetenland door Hitler
C
Bombardement en aanval op Polen
D
Inname van alle voormalig Duitse gebieden
Slide 37 - Quiz
Waarmee eindigde de Tweede Wereldoorlog?
A
De capitulatie van Duitsland
B
De capitulatie van Japan
C
De Russische inname van Berlijn
D
De dood van Hitler
Slide 38 - Quiz
De Tweede Wereldoorlog duurde van:
A
1940 - 1945
B
1939 - 1944
C
1914 - 1918
D
1939 - 1945
Slide 39 - Quiz
Wat gebeurde er kort voor de bevrijding met Hitler (in Duitsland)?
A
De Amerikanen namen Hitler gevangen
B
Hitler kwam om in de gevechten in Berlijn
C
De Russen namen Hitler gevangen
D
Hitler pleegde zelfmoord
Slide 40 - Quiz
Op de foto zie je 'Little Boy' een atoombom die op de Japanse stad Hiroshima is gegooid.
De president van de Verenigde Staten besloot tijdens de Tweede Wereldoorlog atoombommen in te zetten tegen Japan.
Welk argument had de president voor de inzet van de atoombommen?
A
De Amerikanen dachten dat bij de verovering van Japan veel van hun
soldaten zouden sneuvelen.
B
De As-mogendheden hadden een bondgenootschap gesloten met de
Sovjet-Unie
C
De Geallieerden wilden voorkomen dat de Sovjet-Unie een atoombom
zou inzetten.
D
Japan weigerde zich over te geven aan de As-mogendheden.
Slide 41 - Quiz
Welke zin over de Tweede Wereldoorlog is juist?
A
De Duitse overwinning bij Stalingrad was een keerpunt in de oorlog.
B
Duitsland, Groot-Brittannië en de VS vormden de geallieerden.
C
In 1941 werden de VS aangevallen door Duitsland en Japan.
D
Vanaf 1943 drongen de geallieerden het Duitse leger terug.
Slide 42 - Quiz
Welk land heeft nazi-Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog nooit bezet?
A
Engeland
B
Frankrijk
C
Nederland
D
Polen
Slide 43 - Quiz
Maak de goede combinaties
Bombardement van de Duitsers op Rotterdam.
Japanse aanval op Pearl Harbour.
Engeland en Frankrijk verklaren de oorlog aan Duitsland.
Twee jaar voor de Duitse inval in Nederland.
Vier dagen nadat de Duitsers Nederland binnenvielen.
Hiermee begon de Tweede Wereldoorlog.
De Duitsers bezetten Oostenrijk en Tsjechië.
De Verenigde Staten verklaren de oorlog aan Duitsland, Italië en Japan.
Slide 44 - Drag question
Hieronder staan 4 kaarten van operaties in de Tweede Wereldoorlog. Klik op de kaartjes om ze groter te maken.
Zet ze in de juiste volgorde door de gele vakjes met de cijfertjes op de kaartjes te slepen. De 1 sleep je naar de eerste operatie, de 2 naar de tweede, etc.
1
2
3
4
Slide 45 - Drag question
Hieronder vijf gebeurtenissen die te maken hebben met de Tweede Wereldoorlog.
Zet de gebeurtenissen in de juiste tijdsvolgorde.
Duitsland pikt Sudetenland in.
Duitsland verklaart oorlog aan Amerika.
Rusland verklaart Duitsland de oorlog.
Duitsland valt Polen binnen.
Engeland en Frankrijk verklaren Duitsland de oorlog.
Slide 46 - Drag question
Hieronder staan drie namen van personen en drie tegenstanders.
Wie heeft de uitspraak uit de bron gedaan? En tegen welke tegenstander moest worden gevochten?
Een uitspraak tijdens de Tweede Wereldoorlog (1941):
Vandaag werd de Sovjet-Unie aangevallen. Daarom zullen wij Nederlanders, nu de omstandigheden ons daartoe dwingen, samen vechten met de bevolking van de Sovjet-Unie. Wij zullen dit doen, ook al zijn we het in veel opzichten niet met de Sovjet-Unie eens. We moeten samen zien te winnen.