Darius woont in een drukke wijk. Iedere dag komt de politie in actie.
Hij hoort dat vrienden messen bij zich dragen. Om zich te verdedigen. Darius voelt zich hierdoor onveilig en onzeker.
Tijdens een voetbalwedstrijd krijgt hij ruzie met de tegenstanders. Na de wedstrijd roepen deze tegenstanders ‘dat ze hem kapot gaan maken’. Darius voelt zich steeds onveiliger.
Hij wil het gevoel hebben dat hij zich kan verdedigen als het moet.
Via een vriend kan hij aan een vlindermes komen. Dat draagt hij nu altijd bij zich.
Op een middag staan de tegenstanders op hem te wachten. Ze gaan vechten. Darius grijpt zijn mes en steekt om zich heen. Hij raakt een jongen van 15, die vervolgens voor de rest van zijn leven blind is.