This lesson contains 17 slides, with text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 11.1 Het interne milieu
Slide 1 - Slide
Periode 2
Hoofdstuk 11: Regeling intern milieu (longen, nieren, lever)
Hoofdstuk 12: Hormonen
Een aantal van de levenskenmerken is erop gericht om alles binnen het lichaam zo stabiel mogelijk te houden. Elke verandering wordt weer bijgesteld.
Levende wezens streven naar: HOMEOSTASE
Slide 2 - Slide
Doel 11.1
Je leert hoe regelkringen je interne milieu binnen grenzen houden
Slide 3 - Slide
Wat gaan we doen?
Aan de hand van de temperatuurregeling het principe herkennen hoe je lichaam bepaalde waarden in je lichaam constant houdt.
Slide 4 - Slide
Temperatuurregulatie
Hoe wordt de temperatuur in jullie huis constant gehouden?
Welke apparaten zijn betrokken, welke functie hebben die apparaten?
maak een tekening in je schrift
welke onderdelen heb je nodig?
Slide 5 - Slide
20°C
Thermostaat
Thermometer
Ketel
Radiatoren
Slide 6 - Slide
Homeostase
Slide 7 - Slide
BINAS 87B
Slide 8 - Slide
Lichaamstemperatuur kern
Norm: 37°C
Regelcentrum: Hypothalamus
Receptor: Hypothalamus
Effector: Kringspieren in de bloedvaten/ zweetklieren/ stofwisseling/ spieren
Effect: verhoging/ verlaging warmteverlies
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Lichaamstemperatuur schil
Norm: variabel
Regelcentrum: hypothalamus
Receptor: huid
Effector: kringspieren in de bloedvaten/ zweetklieren/ stofwisseling/ spieren
Effect: verhoging/ verlaging warmteverlies
Slide 11 - Slide
Te koud/ te warm
Bij onderkoeling: enzymen werken trager, afweersysteem werkt niet meer goed, vitale organen raken verstoord.
Bij oververhitting: uitdroging, flauwvallen, nierschade.
Slide 12 - Slide
Koorts
Reactie van je lichaam op een infectie.
Bij een infectie produreren witte bloedcellen cytokine (soort waarschuwingsstofje).
Cytokine beïnvloedt de hypothalamus -> de normtemperatuur wordt verhoogd.
Bij een hogere temperatuur is er een hogere productie van afweerstoffen/ antistoffen.
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Bloedsuikerspiegel
Cellen in de alvleesklier (eilandjes van Langerhans) kunnen insuline en glucagon afgeven aan het bloed. Insuline stimuleert de opname van glucose uit het bloed door lever- en spiercellen, in deze cellen wordt het omgezet naar glycogeen. Glucagon stimuleert levercellen tot afbraak van glycogeen en afgifte van glucose aan het bloed. Hiermee blijft de bloedsuikerspiegel tussen 5-7 mmol/L.
Teken een regelkring. Benoem norm, receptor, effector, regelcentrum, effect
Slide 15 - Slide
Doel 11.1
Je hebt geleerd hoe regelkringen je interne milieu binnen grenzen houden