§ 2.6 Stoffen en veiligheid Basis 2

1 / 25
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 25 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

2 STOFFEN
Benodigheden
- laptop
- JDW-map
- (Rekenmachine) 
- Pen


Tassen op de grond
Telefoons in de zakkie

Welkom Basis 2!
Ga zitten en start met:

lees § 2.6  Stoffen en veiligheid

START IN:




Jas over je stoel
timer
5:00

Slide 2 - Slide

H2: STOFFEN 
§ 2.1 Stoffen thuis en op school
§ 2.2 Eigenschappen van stoffen
§ 2.3 Metalen
§ 2.4 Glas, hout en keramiek
§ 2.5 Kunststoffen
§ 2.6 Stoffen en veiligheid

Slide 3 - Slide

We gaan starten!
                                                                                               Wachttijd:
stopwatch
00:00

Slide 4 - Slide

Lesprogramma
  1. Terugblik
  2. Leerdoelen
  3. Instructie (uitleg)
  4. Aan de slag/ Huiswerk
  5. Afsluiting 
  6. Huiswerk

Slide 5 - Slide

Terugblik
2.5.1 Je kunt beschrijven waarvan kunststof gemaakt wordt.
2.5.2 Je kunt voordelen en nadelen noemen van kunststof.
2.5.3 Je kunt beschrijven wat piepschuim is.
2.5.4 Je kunt voordelen en toepassingen noemen van piepschuim.
2.5.5 Je kunt beschrijven van welke kunststof een petfles gemaakt wordt.
2.5.6 Je kunt beschrijven van welke kunststof een plastic tas en een shampoofles gemaakt worden.
2.5.7 Je kunt uitleggen hoe kunststoffen hergebruikt kunnen worden.
2.5.8 Je kunt uitleggen wat afbreekbare kunststoffen zijn en wat composteren betekent.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Welk soort plastic zie je hier? Sleep het antwoord naar het juiste plaatje.
PIEPSCHUIM
PE
PET

Slide 8 - Drag question

Poly-etheen is een harde kunst-stof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quiz

Wat is een ander woord voor kunst-stof?
A
aardolie
B
PET
C
plastic

Slide 10 - Quiz

Leerdoelen
2.6.1 Je kunt uitleggen hoe een stof gevaarlijk kan zijn.
2.6.2 Je kunt gevarensymbolen herkennen.
2.6.3 Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
2.6.4 Je kunt beschrijven welke informatie op het etiket van schoonmaakmiddelen staat.
2.6.5 Je kunt beschrijven wanneer een kindveilige dop gebruikt wordt.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Gevarensymbolen
Als je met stoffen gaat werken, is het belangrijk dat je de gevaren van een stof kent.
Gevaarlijke stoffen hebben
gevarensymbolen. 
Waarschuwen.
Stoffen en veiligheid
veiligheidskaart
Als je met een chemische stof moet werken lees je eerst de veiligheidskaart 
pictogrammen
Met picto's wordt op de verpakking al een hoop informatie gegeven

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Corrosief
Schadelijk
Giftig
Explosief
Ontvlambaar

Slide 15 - Drag question

Schoonmaakmiddelen in huis 
Etiketten op schoonmaakmiddelen geven aan of en hoe ze gevaarlijk zijn. 
Kijk naar de gevarensymbolen op het etiket. 
-Boenwas is brandbaar 
-Plassen in een WC met Chloor
-Ontdooiingsspray gevaarlijk voor huisdieren.
- Meer voorbeelden?
Een kindveilige dop zorgt ervoor dat kinderen
deze flessen niet open kunnen krijgen. 

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Aan de slag!

Paragraaf 2.6 
Opdracht 1 t/m 7
Je mag samenwerken!
rood = Iedereen is stil


oranje = Iedereen is stil, docent beantwoord wel vragen

groen = Je mag zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
10:00

Slide 19 - Slide

Welke vraag vond je lastig?
Dan gaan we die nabespreken

Slide 20 - Mind map

Onthoud
Stoffen kunnen gevaarlijk zijn, bijvoorbeeld omdat ze giftig, brandbaar of explosief zijn.


Met gevaarlijke stoffen moet je altijd voorzichtig zijn.
Op gevaarlijke stoffen staan gevarensymbolen.
Aan de gevarensymbolen kun je zien wat het gevaar van de stof is.
De gevarensymbolen zijn: schadelijk – giftig – explosief – bijtend –ontvlambaar – slecht voor het milieu.
Sommige schoonmaakmiddelen zijn gevaarlijk.
Sommige schoonmaakmiddelen mag je niet mengen.
Op flessen met gevaarlijke schoonmaakmiddelen hoort een kindveilige dop.


Slide 21 - Slide

Welke 3 dingen heb jij deze les geleerd?

Slide 22 - Mind map

Waar wil je nog extra uitleg over?

Slide 23 - Mind map

Leerdoelencheck:
2.6.1 Je kunt uitleggen hoe een stof gevaarlijk kan zijn.
2.6.2 Je kunt gevarensymbolen herkennen.
2.6.3 Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
2.6.4 Je kunt beschrijven welke informatie op het etiket van schoonmaakmiddelen staat.
2.6.5 Je kunt beschrijven wanneer een kindveilige dop gebruikt wordt.


A
Ja
B
Nee
C
Een beetje....

Slide 24 - Quiz

Afsluiting
Volgende les:

Huiswerk:
Zet in je Planner!

1. Maak de opdrachten af van paragraaf 2.6: 1 t/m 7
Je mag samenwerken!
Dank je wel voor je aandacht.


Slide 25 - Slide