22-23 3E 5 sep les 4+5 blokuur

5. September zu tun
am Ende kannst du:
- regel grammatica opnoemen en toepassen in vakantiekaartje
- De eerste alinea van het vakantie kaartje schrijven:
- aanhef
         begin zin (hoe gaat het met je, met mij gaat het goed)
         zeggen met wie je op vakantie bent
         zeggen waar je op vakantie bent
        in 2 zinnen het weer beschrijven
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

5. September zu tun
am Ende kannst du:
- regel grammatica opnoemen en toepassen in vakantiekaartje
- De eerste alinea van het vakantie kaartje schrijven:
- aanhef
         begin zin (hoe gaat het met je, met mij gaat het goed)
         zeggen met wie je op vakantie bent
         zeggen waar je op vakantie bent
        in 2 zinnen het weer beschrijven

Slide 1 - Slide

Bespreken vakantiekaartje 
Lees het kaartje mee, onderstreep de woorden die ik opnoem
wie geht es dir, mir geht es gut 
Insel
Wetter
geregnet
geschwommen
gelernt

Slide 2 - Slide

Seite 19 Aufgabe 8
Rolle A
Oktober
Natur
Wald
spazieren / wandern
es schneit
warm
Sommer
immer besser

Slide 3 - Slide

Seite 19 Aufgabe 8
Gut bleiben
Ort langweilig
zelten Herbst
oft kalt
Abends Natur grillen
Umgebung/Gegend
sehen

Slide 4 - Slide

Grammatic
spielen --> ich habe gespielt
tanzen --> du hast getanzt
rennen --> er hat gerennt

schwimmen --> wir haben geschwommen
essen --> sie hat herrlich gegessen
wij zijn geweest --> wir sind gewesen

Slide 5 - Slide

voltooide tijd ge + stam + t
In het Duits hoef je heerlijk niet na te denken over d of t alles is een t.
gespielt                       gerennt
getanzt                        geantwortet
gerettet                        gechattet
eindigend op ieren? dan ZONDER GE
ver- of be + stam? dan ZONDER GE

Slide 6 - Slide

sterke werkwoorden ge+ stam + en
zwemmen - gezwommen  --> schwimmen - geschwommen
winnen - gewonnen              --> gewinnen - gewonnen
lopen - gelopen                      --> laufen - gelaufen
zingen - gezongen               --> singen - gesungen

Ich habe gewonnen
du hast gewonnen
er hat gewonnen

Slide 7 - Slide

effe oefenen / mal üben ( 6 min)
Seite 28 Aufgaben 19 + 20
Besprechen

Slide 8 - Slide

Check: verstehst du es? begrijp je het
maak het werkblad en als je klaar bent kom je het nakijken

Slide 9 - Slide

voltooide tijd: suchen
Was hast du ...................?

Slide 10 - Open question

voltooide tijd: grillen
Wir haben jeden Tag...............

Slide 11 - Open question

voltooide tijd: spazieren
Wir haben jeden Tag...............

Slide 12 - Open question

Was wisst ihr alles noch vom Ansichtkart schreiben?

Slide 13 - Open question

vakantiekaartje schrijven
- De eerste alinea van het vakantie kaartje schrijven:
aanhef  
begin zin (hoe gaat het met je, met mij gaat het goed) 
zeggen met wie je op vakantie bent
zeggen waar je op vakantie bent
 in 2 zinnen het weer beschrijven

Slide 14 - Slide

standaard zinnen postkaartje
Liebe Elaine,
wie geht es mit dir? Mit mir geht es gut. Ich bin im Urlaub in Spanien. Ich bin hier mit meinen Eltern und bester Freund. Das Wetter ist schön. Die Sonne scheint den ganzen Tag. Wie ist das Wetter bei dir?


Slide 15 - Slide

We gaan aan de slag
Standaard zinnen --> leeroverzicht
Arbeitsblatt Sätzen üben (zinnen oefenen)
Besprechen

Slide 16 - Slide

Das Wetter
Werkblad het weer

Slide 17 - Slide

Hoe zeg je:
Met mij gaat het goed.

Slide 18 - Open question

Vertaal de volgende woorden
weer, zon, maandag, zwemmen, denken, mooi

Slide 19 - Open question

Hoe zeg je:
Hoe gaat het met jou?

Slide 20 - Open question

voltooide tijd: spielen
Im Sommer habe ich viel mit dir zusammen ................

Slide 21 - Open question

9. September
Werkblad het weer
Werkblad standaard zinnen
 Seite 29+ 30 Aufgabe 21

Slide 22 - Slide