telwoorden t/m 1000

Der Unterrichtsplan

* Rückblick
* Hausaufgaben: Lektion 1 Aufg. 9 bis einschl. 12 kontrollieren
* die Zahlen bis 1000

1 / 16
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Der Unterrichtsplan

* Rückblick
* Hausaufgaben: Lektion 1 Aufg. 9 bis einschl. 12 kontrollieren
* die Zahlen bis 1000

Slide 1 - Slide

werkwoorden met stam op -d of -t

Slide 2 - Mind map


Die Zahlen bis 1000



De getallen tot 1000

Slide 3 - Slide

Hoe schrijf je 10 in het Duits?

Slide 4 - Open question

Hoe schrijf je 1 in het Duits?

Slide 5 - Open question

Hoe schrijf je 17 in het Duits?

Slide 6 - Open question

Hoe schrijf je 11 in het Duits?

Slide 7 - Open question

Welche Zahl hörst du?
A
14
B
16
C
13
D
12

Slide 8 - Quiz

Welche Zahl hörst du?
A
8
B
9
C
19
D
2

Slide 9 - Quiz

Welche Zahl hörst du?
A
11
B
16
C
20
D
21

Slide 10 - Quiz

Welche Zahl hörst du?
A
20
B
16
C
21
D
28

Slide 11 - Quiz

Welk getal is fout geschreven?
A
neunhundertzweiundachtzig
B
zweihundertdreiunddreizig

Slide 12 - Quiz

Welk getal is fout geschreven?
A
zweiundsiebenzig
B
dreiundvierzig

Slide 13 - Quiz

Hausaufgaben: Grammatik C– De telwoorden tot en met 1000 Opgave 13  + Grammatica C leren. 

Slide 14 - Slide

Hoe schrijf je 287 in het Duits?

Slide 15 - Open question

In het Duits worden de telwoorden altijd als één woord geschreven. 

100 = hundert                            800 = achthundert
200 = zweihundert                   900 = neunhundert
300 = dreihundert                   1000 = tausend
400 = vierhundert
500 = fünfhundert
600 = sechshundert
700 = siebenhundert

Slide 16 - Slide