Ster in Lezen/ Schrijven

Ster in Lezen/ Schrijven
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ster in Lezen/ Schrijven

Slide 1 - Slide

Samen Lezen





Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 2 - Slide

Ster in Lezen (teams gebruiken)
Les 1

Slide 3 - Slide

les 1/2
Les 2: vrije tijd
H1; De cliub

Slide 4 - Slide

Wat gaan we leren?
-leesvaardigheid
-luistervaardigheid
-woordenschat
-schrijfvaardigheid

Slide 5 - Slide

Wat gaan we vandaag doen?
- introductie vrije tijd (op papier)
-video vrije tijd
-lees blz. 39
- maak opdr. 5 t/m 10 Ster in Lezen

Slide 6 - Slide

Vrije tijd

Slide 7 - Mind map

Huiswerk
Maak opdracht 5 t/m 10
*opdracht 10 vertaal de woorden en maak een zin
*leer de woorden van bladzijde 31

Slide 8 - Slide

Ga verder met 
Schrijven in Nederland
-H1; Club; maak opdr. 1 t/m 5

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Les 3

Slide 11 - Slide

Ster in Schrijven

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

Wat gaan we leren?
-nieuwe woorden (herhaling)
-schrijven van een appje

Slide 14 - Slide

Wat gaan we doen?
-bespreek het huiswerk (opdr. 6, 7, 8, 10)
-oefen de woorden opdracht 10 (afbeeldingen)
-maak opdracht 1 t/m 10 Ster in schrijven
-Disk; grammatica

Slide 15 - Slide

Aan de slag
-maak opdracht 4 t/m 10 Ster in schrijven
-blz. of  28 t\m 32
-Disk;grammatica

Slide 16 - Slide

Pak een wisbordje
Welke woorden zie je op de afbeelding?

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Hobby's en vrije tijd
Doel: Je kunt over je hobby  vertellen.

Je kunt de volgende nuttige zinnen in jouw opdracht gebruiken:
Ik vind ...  leuk.
Ik vind ....... niet leuk.
Ik ...  drie/ twee keer per week. 

Slide 29 - Slide

Les 3 en 4

Slide 30 - Slide

Kijk naar de video's.
Kijk-vragen:
1. Wat voor hobby's hebben deze kinderen?
2. Wat vinden deze kinderen leuk?
3. Wat  hebben zij nodig voor hun hobby's?

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Wat is je hobby/
Wat zijn je hobby's?

Slide 34 - Mind map

Wat is dit?
A
Basketballen
B
Dansen
C
Voetballen
D
Koken

Slide 35 - Quiz

Wat is dit?
A
YouTube
B
Dansen
C
Chatten
D
Muziek maken

Slide 36 - Quiz

Wat is dit?
A
Eten
B
Dansen
C
Koken
D
Hamburgers

Slide 37 - Quiz

Wat is dit?
A
Eten
B
Dansen
C
Koken
D
Gamen

Slide 38 - Quiz

Wat is boring in het Nederlands?
A
Saai
B
Leuk
C
Gek
D
Genieten

Slide 39 - Quiz

Waar denk je aan, als je "vrije tijd" hoort?
Waar denk je aan,
bij "vrije tijd"?

Slide 40 - Mind map

Je gaat in duo's werken.
Lees de tekst eerst alleen en bespreek dan met z'n tweeën de volgende vragen:
1. Zie je moeilijke woorden?
2. Help elkaar met de vertaling van deze woorden.
3. Maak de opdrachten samen. 

Slide 41 - Slide

 - Schrijf de antwoorden op.
- Leesvragen: 
1. Welke hobby heeft Tim?
2. Hoe vaak sport hij per week?
3. Wat heeft Tim nodig om te kunnen voetballen?
4. Wat kost het sportabonnement van Tim per maand?
5. Vind jij zijn sportabonnement duur of goedkoop en waarom?


Slide 42 - Slide