§6.2 Ontwikkelingslanden

Startvraag
  • Een arm land noemen we ook wel een ontwikkelingsland. 
  • Waarin moet een arm land zich bijvoorbeeld ontwikkelen?





1 / 34
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Startvraag
  • Een arm land noemen we ook wel een ontwikkelingsland. 
  • Waarin moet een arm land zich bijvoorbeeld ontwikkelen?





Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les ken je:
  • de kenmerken van een ontwikkelingsland noemen.
  • de gevolgen van een monocultuur voor ontwikkelingslanden.

Slide 2 - Slide

Kenmerken ontwikkelingslanden
Kenmerk = waaraan je iets herkent
  • veel werkloosheid
  • ondervoeding
  • snelle bevolkingsgroei
  • veel analfabetisme (niet kunnen lezen en schrijven)
  • weinig technische ontwikkeling
  • vooral landbouw en kleine fabriekjes





Slide 3 - Slide

Waarom blijven arme landen arm?
  • De meeste waarde wordt in rijke landen aan het product toegevoegd

Slide 4 - Slide

De vier sectoren
primaire sector
Koffiebonen €0,10 per 100 gram (India)
secundaire sector
industriële €0,15 per 100 gram (India)
tertiaire
commerciële diensten (NL) €1,00 per 100 gram

Slide 5 - Slide

Waarom blijven landen arm?
  • Onze landbouw is heel efficiënt en gevarieerd
  • arme landen hebben monocultuur 
  • afhankelijk van 1 landbouwproduct

Slide 6 - Slide

Opdracht
Wat: maak opdracht 2 t/m 6  op blz. 174
Hoe: lees de leer tekst als je moeite hebt met een vraag!
Tijd: 15 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: Begin alvast met het huiswerk:
Plusopdracht 4 en 5 op blz. 190

timer
15:00

Slide 7 - Slide

Lesdoel 1
1) Schrijf 4 kenmerken van een ontwikkelingsland op.
  • veel werkloosheid
  • ondervoeding
  • snelle bevolkingsgroei
  • veel analfabetisme (niet kunnen lezen en schrijven)
  • weinig technische ontwikkeling
  • vooral landbouw en kleine fabriekjes

 

timer
1:00

Slide 8 - Slide

Lesdoel 2
  • 2) Schrijf de gevolgen van een monocultuur voor ontwikkelingslanden op.
  • Risico op mislukte oogst
  • Risico op prijsdaling van het product
  • Slecht voor het milieu

timer
1:00

Slide 9 - Slide

Startvraag
Hoe zorgt slecht onderwijs voor armoede?
  • Mensen hebben geen kans op een geode baan
  • Ook blijven productietechnieken ouderwets

Slide 10 - Slide

Lesdoelen
Aan het eind van de les kun je:
  • uitleggen wat de oorzaken van onderontwikkeling zijn
  • uitleggen wat ruilvoet is en wanneer die verbetert of verslechtert

Slide 11 - Slide

Oorzaken armoede
  • Slecht onderwijs
  • Slechte infrastructuur (wegen, internet, luchthavens)
  • Te veel mensen (bevolkingsgroei)
  • Overheid met veel schulden (lenen, lenen, lenen, geld bijdrukken, drukken)
  • Protectiemaatregelen rijke westerse landen 
  • Natuurrampen, burgeroorlogen, corruptie, hebberige leiders






Slide 12 - Slide

Ruilvoet




  • De ruilvoet is de verhouding van de importprijzen en de exportprijzen van een land.
  • Import wordt steeds duurder. Export blijft even duur.
primaire sector
Koffiebonen €0,10 per 100 gram (India)
secundaire sector
industriële €0,15 per 100 gram (India)
tertiaire
commerciële diensten (NL) €1,00 per 100 gram

Slide 13 - Slide

Opdracht
Wat: maak opdracht 7 t/m 11  op blz. 176
Hoe: lees de leer tekst als je moeite hebt met een vraag!
Tijd: 15 minuten (stiltemoment) 
Resultaat: Samen bespreken
Klaar: Begin alvast met het huiswerk:
Plusopdracht 5 en 6 op blz. 190


timer
15:00

Slide 14 - Slide

Lesdoel 1
Schrijf 4 oorzaken van armoede op
timer
1:00

Slide 15 - Slide

Lesdoel 2
Leg uit wat ruilvoet is en wanneer die verbetert of verslechtert

Slide 16 - Slide

Arm en rijk
  • De arme landen heten ook wel ontwikkelingslanden.
Blauw = Rijke, welvarende landen
Oranje = Ontwikkelingslanden 
Rood = Minst ontwikkelde landen in de wereld

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Nederland heeft een ........
A
open economie
B
gesloten economie

Slide 19 - Quiz

Inkomen per hoofd
  • Nationale inkomen (BBP) : aantal inwoners
  • Wat 1 iemand gemiddeld verdient in een land 

Gemiddeld inkomen per hoofd in NL = €21.000
In Luxemburg = €120.000

Luxemburg meer welvaart??




Slide 20 - Slide

Inkomen per hoofd uitrekenen
Nationaal inkomen NLD € 688 miljard
Inwoners NLD 17,1 miljoen
  1. LET OP: miljoen / miljard gelijk maken!
  2. € 688 miljard = € 688.000 miljoen
  3. € 688.000 miljoen : € 17,1 miljoen = 
  4. € 688.000 : € 17,1  = € 40.234

Slide 21 - Slide

Probeer nu zelf: 
Bereken het inkomen per hoofd van Malawi. 
Nationaal inkomen is € 22 miljard, 
aantal inwoners 18 miljoen.
Stap 1: miljoen / miljard gelijk maken
Stap 2: formule erbij pakken
Stap 3: formule invullen
Stap 4: miljoenen wegstrepen
Stap 5: uitrekenen

Slide 22 - Slide

Bereken het inkomen per hoofd van Malawi. Nationaal inkomen is € 22 miljard, aantal inwoners 18 miljoen.
A
€1,22 per inwoner
B
€122,22 per inwoner
C
€1.222 per inwoner
D
€12.222 per inwoner

Slide 23 - Quiz

Wat kan een oorzaak zijn van de hoge kindersterfte in ontwikkelingslanden?

Slide 24 - Open question

vicieuze cirkel

Slide 25 - Slide

Vicieuze cirkel van een ontwikkelingsland

Slide 26 - Slide

Armoede blijft bestaan door armoede
A
Uitvoerwaarde
B
Vicieuze cirkel
C
Infrastructuur
D
Omdenken

Slide 27 - Quiz

De verbindingen in een land
A
Uitvoerwaarde
B
Vicieuze cirkel
C
Infrastructuur
D
Omdenken

Slide 28 - Quiz

Maak de vicieuze cirkel kloppend. Sleep de teksten op de juiste plek in de cirkel.
geen geld om te investeren
lage productie
armoede
lage opbrengst
eenvoudige productie-methodes

Slide 29 - Drag question

Welke oorzaken zijn er voor armoede?

Slide 30 - Open question

Oorzaken armoede
  • Slechts onderwijs
  • Slechte infrastructuur (wegen, internet, luchthavens)
  • Te veel mensen (bevolkingsgroei)
  • Overheid met veel schulden (lenen, lenen, lenen, geld bijdrukken, drukken)
  • Protectiemaatregelen rijke westerse landen
  • Natuurrampen, burgeroorlogen, corruptie, hebberige leiders

Slide 31 - Slide

Wat zijn kenmerken van ontwikkelingslanden?

Slide 32 - Mind map

Kenmerken ontwikkelingsland
  • veel werkloosheid
  • ondervoeding
  • snelle bevolkingsgroei
  • veel analfabetisme (niet kunnen lezen en schrijven)
  • weinig technische ontwikkeling
  • vooral landbouw en kleine fabriekjes

Slide 33 - Slide

Opdracht 
Maak de opdrachten van leerstof 1 t/m 3 van paragraaf 6.2
De normale opdrachten
(r) opdrachten zijn ook normale opdrachten!

Klaar? iets voor jezelf 

Slide 34 - Slide