65. Deel 8a, blok 4, week 3 Projecttoets

opgave  1
Ik kan maten, gewichten en inhoudsmaten van groot naar klein en van klein naar groot en van licht naar zwaar ordenen.


1 / 21
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 8

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

opgave  1
Ik kan maten, gewichten en inhoudsmaten van groot naar klein en van klein naar groot en van licht naar zwaar ordenen.


Slide 1 - Slide

0,25 km
0,25 hm
0,25 dam

Slide 2 - Drag question

50 ml
50 cl
50 hl

Slide 3 - Drag question

3,75 dm³= .... liter
A
0,375 liter
B
3,75 liter
C
37,5 liter
D
375 liter

Slide 4 - Quiz

3,75 dm³= .... cm³
A
37,5 cm³
B
375 cm³
C
3750 cm³
D
37500 cm³

Slide 5 - Quiz

10 dm² = .... mm²
A
100 mm²
B
1000 mm²
C
10 000 mm²
D
100 000 mm²

Slide 6 - Quiz

300 gram
300 centigram
300 milligram

Slide 7 - Drag question

opgave 2

Ik kan de oppervlakte van een tweedimensionale afbeelding bepalen aan de hand van formele schaal, bv schaal 1:100.
Ik weet ook de formule om de inhoud te berekenen.


Slide 8 - Slide

Weet je nog!

De schaal staat altijd aangegeven in ....
A
centimeters
B
decimeters
C
meters
D
kilometers

Slide 9 - Quiz

Een tuin is op papier 8 cm bij 10 cm.

De schaal is 1:100.

Hoe groot is de tuin dan in het echt?

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

samen

Slide 12 - Slide

Welke formule gebruik je om de inhoud te berekenen?
A
lengte x breedte
B
2 x de lengte + 2 x de breedte
C
lengte x breedte x hoogte

Slide 13 - Quiz

Wat is de inhoud
van deze balk?

A
75 m3
B
60 m3
C
25 m3
D
45 m3

Slide 14 - Quiz

De maten van het zwembad zijn:
lengte: 5 dm, breedte: 3 dm, hoogte: 8 dm
Het is voor de helft gevuld. Wat is de inhoud?
..... m3

Slide 15 - Open question

lesdoel 3

Alle soorten sommen staan door elkaar. Ik weet welke stappenplannen ik dan moet toepassen.
1. lees de som goed
2. wat is de som?
3. schrijf op wat je al weet.
4. gebruik eventueel een verhoudingstabel
5. wat moet ik als antwoord geven.
6. controleer jouw antwoord nog een keer goed.

Slide 16 - Slide

1,2 kilo : 1/8 = ... gram
stap 1: maak de gewichten gelijk
stap 2: zet wat je weet in een verhoudingstabel
stap 3: reken de som uit
gewicht
breuk

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

aan het werk

Deel 8a, blok 4, week 3
Projecttoets

1. lees de som goed
2. wat is de som?
3. schrijf op wat je al weet.
4. gebruik eventueel een verhoudingstabel
5. wat moet ik als antwoord geven.
6. controleer jouw antwoord nog een keer goed.

Slide 21 - Slide