Leesrace Van Gogh

De leesrace
groepjes van 2
indeling nummer 1 +2
Überschrift lesen
inhoud bespreken en voorspellen welke vragen de Cito-toetsenmaker bedacht heeft
ezv
timer
5:00
1 / 14
next
Slide 1: Slide
DuitsSecondary Education

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

De leesrace
groepjes van 2
indeling nummer 1 +2
Überschrift lesen
inhoud bespreken en voorspellen welke vragen de Cito-toetsenmaker bedacht heeft
ezv
timer
5:00

Slide 1 - Slide

De leesrace
kaartje met nummer trekken
voor in de klas zitten
tekst niet meenemen
vraag beantwoorden op wisboordje
bepalen wie het antwoord goed heeft

Slide 2 - Slide

Lesen
timer
8:00

Slide 3 - Slide

Welche Ergänzung passt in die Lücke im 1. Absatz?
A Fälscher
B Kunsthistoriker
C Museen
D Sammler 
timer
0:30

Slide 4 - Slide

Welche Ergänzung passt in die Lücke im 1. Absatz?
A Fälscher
B Kunsthistoriker
C Museen
D Sammler 

Slide 5 - Slide

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 2.
1 Van Gogh had amper belangstelling voor de opbrengst van zijn werk.
2 Kunstkenners ontdekten religieuze motieven in Van Goghs werk.
timer
0:30

Slide 6 - Slide

Geef van elk van de onderstaande beweringen aan of deze wel of niet overeenkomt met alinea 2.
1 Van Gogh had amper belangstelling voor de opbrengst van zijn werk. NIET
2 Kunstkenners ontdekten religieuze motieven in Van Goghs werk. NIET

Slide 7 - Slide

Was kann man in Bezug auf Otto Wacker dem 3. und 4. Absatz entnehmen?
A Er erstellte Echtheitszertifikate.
B Er verließ sich beim Kunstkauf auf Experten.
C Er war ein raffinierter Kunsthändler.
D Er war schon zu Lebzeiten ein bekannter Kunstfälscher. 
timer
0:30

Slide 8 - Slide

Was kann man in Bezug auf Otto Wacker dem 3. und 4. Absatz entnehmen?
A Er erstellte Echtheitszertifikate.
B Er verließ sich beim Kunstkauf auf Experten.
C Er war ein raffinierter Kunsthändler.
D Er war schon zu Lebzeiten ein bekannter Kunstfälscher. 

Slide 9 - Slide

Welcher Titel passt zum 4. Absatz?
A Ausstellung abgesagt
B Betrug geplatzt
C Gescheiterter Kunstraub
D Nicht von echt zu unterscheiden 
timer
0:30

Slide 10 - Slide

Welcher Titel passt zum 4. Absatz?
A Ausstellung abgesagt
B Betrug geplatzt
C Gescheiterter Kunstraub
D Nicht von echt zu unterscheiden 

Slide 11 - Slide

Was will der Verfasser mit der Anekdote über Kahnweiler und Picasso deutlich machen? (5. Absatz)
A Das Urteil eines Galeristen ist nicht hundertprozentig zuverlässig.
B Die Qualität von Fälschungen reicht manchmal an die der Originale
heran.
C Fälschungen werden vom Publikum oft zu Unrecht geringgeschätzt.
D Kahnweiler konnte sich manchmal nicht an seine eigenen Gemäldethemen erinnern. 
timer
1:00

Slide 12 - Slide

Was will der Verfasser mit der Anekdote über Kahnweiler und Picasso deutlich machen? (5. Absatz)
A Das Urteil eines Galeristen ist nicht hundertprozentig zuverlässig.
B Die Qualität von Fälschungen reicht manchmal an die der Originale
heran.
C Fälschungen werden vom Publikum oft zu Unrecht geringgeschätzt.
D Kahnweiler konnte sich manchmal nicht an seine eigenen Gemäldethemen erinnern. 

Slide 13 - Slide

...und der Gewinner ist?

Slide 14 - Slide