H3.2 en 3.3

H3.2 en 3.3
1 / 39
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 39 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

H3.2 en 3.3

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
- Je weet het verschil tussen energiebron en energiesoort. (herh)
- Je begrijpt met behulp van een energiestroomdiagram dat energie behouden blijft.
- Je kunt elektrische energie berekenen.
- Je kunt warmte berekenen met behulp van de soortelijke warmte.
- Je weet hoe d.m.v. warmtetransport een huis warmte verliest.
- Je leert wat iemand kan doen om een huis te isoleren.

Slide 2 - Slide

Deze les:
  • Herhaling stof paragraaf 3.1
  • Vragen over het huiswerk.
  • Demonstratie gasbrander en waterkoker.
  • Uitleg energiestroomdiagram.
  • Uitleg berekenen energiesoorten + aantekening. 
  • Oefenen berekenen energiesoorten in groepjes.

Slide 3 - Slide

Sleep de energiebronnen naar de juiste energiesoort.
chemische
energie
bewegingsenergie
kernenergie
stralingsenergie
warmte

Slide 4 - Drag question

Wanneer is een energiebron
een ideale energiebron?

Slide 5 - Mind map

Wat wordt bedoeld met de
"energietransitie"?

Slide 6 - Open question

Vragen huiswerk?

Slide 7 - Slide

Lesdoelen
- Je begrijpt met behulp van een energiestroomdiagram dat energie behouden blijft.
- Je kunt elektrische energie berekenen.
- Je begrijpt het begrip 'Soortelijke warmte'
- Je kunt warmte berekenen met behulp van de soortelijke warmte.

Slide 8 - Slide

Energiestroomdiagram

Slide 9 - Slide

Energiestroomdiagram van een zonnepaneel 

Slide 10 - Slide

Elektrische warmte bronnen

Slide 11 - Slide

Chemische warmtebronnen

Slide 12 - Slide

(Elektrische) energie berekenen
                                                              E = P x t

E = energieverbruik in Joule (J)
Geproduceerde hoeveelheid warmte
P = vermogen in Watt (W);
Het vermogen geeft aan hoeveel energie er per seconde       wordt omgezet.
t = tijd in seconden (s)

Slide 13 - Slide

Soortelijke warmte

Slide 14 - Slide

Maak een foto van de aantekening die je bij het filmpje hebt gemaakt.

Slide 15 - Open question

Soortelijke warmte

De soortelijke warmte van een stof is de warmte (Joule) die nodig is, om 1 gram van een stof 1 graden Celsius in temperatuur te laten stijgen. 

Slide 16 - Slide

c = SOORTELIJKE WARMTE

Slide 17 - Slide

Rekenen met soortelijke warmte

Slide 18 - Slide

Schuif de teksten op de juiste plek in het energiestroomdiagram:
waterkoker
elektrische energie
warmte
chemische energie

Slide 19 - Drag question

De waterkoker
Vermogen:
tijd:

Bereken hoeveel energie (joule)  de waterkoker heeft verbruikt.
Gebruik het stappenplan. 

Slide 20 - Slide

Maak een foto van je berekeningen.

Slide 21 - Open question

De waterkoker
De waterkoker heeft net water van            graden Celsius aan de kook gebracht. 
Er zat 1,2 liter water in de waterkoker. 1 Liter water heeft een massa van 1 kg. 

a) Bereken hoeveel warmte het water heeft opgenomen. 

b) Vergelijk je antwoord met de elektrische energie die de waterkoker verbruikt heeft. Geef een mogelijke verklaring voor het verschil. 

Slide 22 - Slide

Maak een foto van de uitwerkingen van je antwoorden.

Slide 23 - Open question

Teatime! 
Maak onder het genot van een kopje thee het huiswerk:
Lezen paragraaf 3.2
Maken opgave 1 t/m 7

Slide 24 - Slide

Hoeveel energie heb je nodig om 20 g water te laten koken wat een begintemperatuur heeft van 23 graden Celsius en een soortelijke warmte van 4,2 J/(g.oC)

Slide 25 - Open question

Een waterkoker heeft een vermogen van 1,5 kW. Bereken hoeveel warmte deze afgeeft als hij 2,0 minuten aanstaat.

Slide 26 - Open question

Huiswerk
https://www.youtube.com/watch?v=Jnr_Yi2jYZ4
Bekijk het filmpje en maak er zelf aantekeningen bij. 

Slide 27 - Slide

Aan de slag
Lezen paragraaf 3.2
Maken opgave 5 en 6
timer
10:00

Slide 28 - Slide

Paragraaf 3.3
Isoleren

Slide 29 - Slide

Vormen van warmtetransport
Er zijn drie vormen van warmtetransport; stroming, straling en geleiding. Voor stroming en geleiding is een stof nodig, maar voor straling niet.

Slide 30 - Slide

Thermogram
Een foto waar je aan de hand 
van de kleuren het warmeverlies 
kan zien. Handig bij de
 isolatie van een huis.


Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Slide

Aan de slag
Kijk de video's bij elke paragraaf.
Lezen paragraaf 3.3
Maken 3.3 opg 1,3,5 en 8

Slide 34 - Slide

Fossiele brandstoffen
Dit zijn chemische brandstoffen als  steenkool, aargas, aardolie, bruinkool.
Chemische energie wordt omgezet in warmte en elektrische energie
Voordelen; makkelijk en goedkoop te winnen
Nadelen; versterkt broeikaseffect, vervuilde lucht, raakt op.

Slide 35 - Slide

Biomassa
Energie uit dieren of plantenresten; mest, maïs, houtsnippers, gft.

Voordeel: Co2 neutraal als je b.v. weer nieuwe bomen plant.
Nadeel; dit gebeurt vaak niet en vaak komt deze biomassa uit Amerika via boten

Slide 36 - Slide

Zonne-energie
Stralingsenergie v.d. zon wordt in elektrische energie omgezet.
Dit kan bij zonnepanelen of bij een zonnecollector (zonneboiler)

Voordelen;  snel terug verdiend (c.a. 8 jaar)
Nadelen; de zon schijnt niet altijd

Slide 37 - Slide

Kernenergie
Kernenergie wordt omgezet tot elektrische energie, warmte en straling
Voordelen;  geen CO2 uitstoot 
Nadelen; licht en zwaar kernafval

Slide 38 - Slide

Windenergie
Bewegingsenergie van de wind wordt omgezet in elektrische energie en warmte.

Voordelen;  geen CO2 uitstoot 
Nadelen; lelijk, volgels gaan dood, duur, onderhoud in zee is lastig , er is niet altijd genoeg wind.

Slide 39 - Slide