fictie les 1 do 30 jan

Nederlands
6e en 7e lesuur
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Nederlands
6e en 7e lesuur

Slide 1 - Slide

Planning
1. Lezen
2. Aan de slag 
3. Nakijken
4. jeugdjournaal
5. Aan de slag 
6. Extra tijd?

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Pak je boek
Open je boek op blz. 60 


Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Cursus 3 Fictie P.1 
Fictie en non-fictie

Slide 6 - Slide

Leerdoelen:
  • wat fictie en non-fictie is;
  • wat realistische fictie en niet-realistische fictie is.

Slide 7 - Slide

Theorie (fictie en non-fictie) 
Fictie = alles wat verzonnen is.
Fictie die 'net echt' is, noemen we realistisch.
Fictie die niet waar kan zijn, noemen we niet-realistisch
Voorbeelden: leesboeken, strips, toneelstukken



Non-fictie = alles wat niet verzonnen is. 
Voorbeelden: schoolboeken, nieuwsberichten, enz.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 10 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 11 - Quiz


A
fictie
B
non fictie

Slide 12 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie
C
Realistische fictie
D
Niet realistische fictie

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Video

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 15 - Quiz


A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 18 - Quiz

fictie of nonfictie
A
fictie
B
non fictie

Slide 19 - Quiz

Fictie of non-fictie?
A
Fictie
B
Non-fictie

Slide 20 - Quiz


Wat is dit?
A
fictie
B
non-fictie

Slide 21 - Quiz

Vormen van fictie zijn:
A
Strips, gedichten, korte verhalen, series, films, musicals
B
Kookboeken, reisgidsen, informatiefolders
C
Krant, tijdschriften, poster

Slide 22 - Quiz

voorbeelden van non-fictie zijn:

A
schoolboeken / krantenartikelen
B
De musical 'Cats'
C
sprookjes / stripverhalen
D
boeken van Carry Slee

Slide 23 - Quiz

Pak je boek
Open je boek op blz. 60 


Slide 24 - Slide

Aan de slag
Ga nu zelfstandig, of met mij aan de slag met opdracht 1 en 2. 
 
Zelfstandig: Oortjes in en voor jezelf uit je boek werken. 

Samen: Samen met mij uit je boek werken en naar het bord kijken. 

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Link

Aan de slag
Ga nu zelfstandig verder met de opdrachten van net. 
Ben je klaar met 1 en 2? 
Start dan met opdracht 3. 
Blz. 60 
Cursus 3 

Slide 27 - Slide

Extra tijd?


Je mag lekker iets voor jezelf doen. 

Goed gewerkt toppers! 

Slide 28 - Slide

Afsluiten
Dat was het voor vandaag. 
Succes straks bij gym en ik zie jullie morgen. 
Let op! 

4e uur is Nederlands
6e uur is Coachuur

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide