Quiz taalvoutjes

Nederlands quiz: taalfoutjes
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Nederlands quiz: taalfoutjes

Slide 1 - Slide

Wat vind jij lastig bij Nederlands?
Als je 1 ding moet kiezen, waar maak je de meeste fouten mee ?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Mijn (m’n mag ook) is een bezittelijk voornaamwoord en wijst op iets dat je hebt:

- mijn fiets is gestolen
- mijn oma is de liefste
- mijn taart is mislukt
- mijn verjaardag is volgende week

‘Me’ (mij mag ook) is een persoonlijk voornaamwoord en wijst naar jezelf:

- ik heb me helaas verslapen
- ik weet me geen raad
- ik heb me bedacht
- wil je me iets vragen?



Slide 4 - Slide

Ik erger ..... vaak aan mijn chagrijnige buurman.
A
me
B
mijn

Slide 5 - Quiz

Ik was ..... auto elke zaterdag.
A
me
B
mijn

Slide 6 - Quiz

..... moeder kookt gelukkig altijd lekker.
A
Me
B
Mijn

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Video

Sarah is even oud ... haar zus, want zij zijn tweeling. 
Een Big Mac is groter ... een cheeseburger.. 
Mijn vader is ouder ... mijn oom. 
Ik vind cola net zo lekker ... cassis. 
De film is anders ... ik had gedacht. 
dan 
als 
dan 
als 
dan
als 
dan 
als 
dan 
als 

Slide 9 - Drag question

Slide 10 - Slide

Namen schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Maanden schrijf je met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 12 - Quiz

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Bedenk een zin met 'jou' erin.

Slide 15 - Open question

Bedenk een zin met 'jouw' erin.

Slide 16 - Open question

Slide 17 - Video

AANELKAAR OF LOS...?

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Klaar!

Slide 22 - Slide

Zou je nog meer uitleg willen over 1 van deze onderdelen?
ja, over me/mij
ja, over jou/jouw
ja, over hoofdletters
ja, over woorden los/aan elkaar
ja, over dan/als
nee, dank je

Slide 23 - Poll