Hoofdletters CEA

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 5

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Startklaar 
       
       Pak je Chromebook/ laptop voor je
       Start je Chromebook/ laptop op
       Log in op www.lessonup.app 
       Stop je telefoon in je tas of in je jas
      

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Nederlands
Kern VMBO basis 2
Les 5

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:
  • weet je wanneer je een hoofdletter moet schrijven.
  • kan je uitleggen bij welke woorden in een zin je wel en niet een hoofdletter moet schrijven.
  • kun je zelf zinnen schrijven met het juiste gebruik van hoofdletters.

Slide 3 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Wat weet je al over het gebruik van hoofdletters?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Hoofdletters deel 1
  • Aan het begin van een zin. 
     Wij gaan straks op bezoek bij mijn tante.
  • In voor- en achternamen. 
     Sara Smit.
  • In aardrijkskundige namen bijvoorbeeld van landen, steden  en straten: Nederland, Amsterdam, Capadosestraat. 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

timer
1:00
Schrijf je voor- en achternaam op.

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

timer
1:00
Schrijf een naam van een land en een stad op.

Slide 7 - Mind map

This item has no instructions

Hoofdletters deel 2 
  • bij heilige namen. 
     God, Allah
  • bij namen van bedrijven en merken. 
     Samsung, Nike, Coca Cola
  • bij talen en volkeren 
    Engels, Nederlands, Duitsers

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Instructie 
  • Neem het differentiatieblad voor je.
  • Maak opdracht 2.
timer
2:00

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Nakijken opdracht 2

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
Aan het einde van de les:
  • kan ik hoofdletters (6 regels) op de juiste manier gebruiken.

Slide 11 - Slide

Leerdoelgericht werken: 
Voor iedere leerling is duidelijk waar er aan gewerkt gaat worden. Docenten geven vanuit deze leerdoelen vorm aan
de inhoud van hun lessen. Om dit voor leerlingen behapbaar te houden wordt alleen het hoognodige aangeboden. Iedere les worden de beoogde leerdoelen kenbaar gemaakt en
worden onderwijsactiviteiten ingezet die moeten leiden tot het beoogde leerdoel. Hierbij wordt gericht ingezet op succeservaringen. Leerdoelen worden vanuit hoge positieve verwachtingen van alle leerlingen geformuleerd en zetten in op succeservaringen. 
Welk woord is fout geschreven?
A
Den Haag
B
Syrië
C
laila
D
Wagenstraat

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welk woord is goed geschreven?
A
rotterdam
B
Spanje
C
delft
D
brahim

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Welke zin is goed geschreven?
A
In augustus ga ik op vakantie.
B
In Augustus ga ik op vakantie.

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Aan het begin van een zin staat een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Elke voornaam en achternaam begint met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Niet elke aardrijkskundige naam begint met een hoofdletter.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Heilige namen schrijven wij met een hoofdletter.
A
Niet waar
B
Waar

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Waar of niet waar?
Namen van talen schrijven wij met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Extra opdracht hoofdletters
Plaats hoofdletters waar nodig.

1. ik heb gisteren een nieuwe samsung gekocht.
2. het zusje van mijn vriendin marian is heel ziek.
3. de nederlandse familie jansen gaat de volgende week op vakantie naar groningen.
7. ik heb zin in een koude coca cola.

Slide 20 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Afsluiting


Aan het einde van de les:
  • ken ik alle 6 regels voor het gebruik van de hoofdletter.
  • Maak de extra opdrachten.

Slide 21 - Slide

In de slotfase van de les controleert de docent of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen de les, het proces en blikt vooruit. 
Ik kan hoofdletters op de juiste manier gebruiken
😒🙁😐🙂😃

Slide 22 - Poll

This item has no instructions

Welk cijfer zou je mij geven voor deze les?
010

Slide 23 - Poll

This item has no instructions